Naar Foto's van Zwolle
Naar Zwolse herinneringen
Het motto "De moeder de vrouw" van de Boekenweek dit jaar, ontleend aan bijgaand gedicht van Martinus Nijhoff (1894-1953), schoot veel feministen in het verkeerde keelgat. Van dit motto, zo schreven de dames, gaat immers de suggestie uit, dat een vrouw uitsluitend in de wieg is gelegd voor het moederschap, terwijl ze nog zoveel andere kwaliteiten heeft. Was dit verwijt wel terecht? De dichter portretteert in dit gedicht de moeder in ieder geval als een vrouw met een zakelijk talent: “Zij was alleen aan dek, zij stond bij het roer.”
De moeder van de dichter was, in die tijd van huisje, boompje, beestje, moeder en (huis)vrouw. Toch heeft op Nijhoff, afgaande op zijn gedichten, het moederschap de meeste indruk gemaakt. Mevrouw Nijhoff was een liefdevolle moeder, die haar kind heel nabij was. Als volwassene heeft Nijhoff vaak een heimwee naar, wat hij noemt, het ‘Kinderland’. Over de rol van zijn vader komen we weinig aan de weet, omdat die zich onttrok aan zijn waarneming. Voor mijn Spoolder jeugdvrienden en mij is dit heel herkenbaar. Wij hadden in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw moeders die voor ons door het vuur gingen. Als we ziek waren, zaten zij aan ons ziekbed. Kwamen wij van school, dan stonden zij klaar met de thee. Vierden wij onze verjaardag, dan sloofden zij zich uit om er een feest van te maken. En dat in een tijd, waarin niet uitgebreid over emoties werd gesproken. Maar op de manier, waarop ze er voor ons waren, lieten ze blijken, dat ze van ons hielden. Moeders stonden voor geborgenheid. De beroemde Piéta van Michelangelo in de Sint Pieterskerk in Rome, moeder Maria met de dode Jezus op schoot, vind ik daar een prachtig voorbeeld van. De beroemde schilder schiep hiermee een vertederend beeld.
De moederfiguur stond voor ons centraal, om haar draaide het huishouden ...
(Helaas is deze film zonder geluid!)
Wij speelden als kleuters graag "vader en moedertje". De moederfiguur stond voor ons centraal, om haar draaide het huishouden. Ik weet niet meer wie het gearrangeerd heeft, ik denk onze ouders. Maar op een zonnige middag "trouwde" ik, in het bijzijn van mijn Spoolder jeugdvrienden, met mijn buurmeisje Jopie van Munster. Enkele moeders in onze buurtschap blonken zo uit in moederlijke eigenschappen, dat ze de erenaam "tante" kregen. In mijn omgeving stond "tante" Annie ons met raad en daad bij.
Vaders hadden in die traditie een andere rol. Zij hadden verplichtingen naar buiten toe. Op hun werk hadden we vaak geen zicht. Zij moesten de kost verdienen en regelden de geldzaken. Vaders stonden meer voor leiding geven en het uitoefenen van het ouderlijk gezag. Mijn Spoolder jeugdvrienden en ik, wij hebben onze moeders daarover nooit horen klagen. Zij voelden zich niet ondergewaardeerd, niet "de tweede sekse", om de woorden te gebruiken van Simone de Beauvoir, een feministe van het eerste uur.
De moederfiguur stond voor ons centraal, om haar draaide het huishouden ...
(Foto: Nationaal Archief - NL-HaNA_2.24.14.02_0_254-3295)
Jammer is, dat later die traditionele rolverdeling zo verabsoluteerd is. Bij mijn jeugdvrienden en mij thuis was het gebruikelijk, dat de jongens, wanneer ze goed konden leren, mochten doorleren. De meisjes hoefden dat niet, want, zo redeneerden onze ouders, die gingen toch trouwen. Nog een voorbeeld van een starre rolverdeling.
Bij ons huwelijk in 1963 moest mijn vrouw, die kleuterleidster was, haar baan opgeven op grond van de wet aangaande het kostwinnerschap. Er kon immers maar één kostwinner per gezin zijn. Gelukkig is dat later veranderd. Bij mijn kinderen zie ik, dat het ook flexibeler kan. Mijn zonen hebben een fulltime baan buitenshuis, mijn schoondochters een parttime baan. Maar omdat de dames dan de handen vol hebben, springen de zonen bij in de opvoeding en de huishouding.
"De moeder de vrouw". Er was voor feministen, denk ik, geen reden om op hun achterste benen te gaan staan. Het is goed, dat het traditionele rollenpatroon ter discussie is gesteld. Vrouwen hebben inderdaad meer kwaliteiten dan "moeder worden"‘ Maar ook voor veel vrouwen in onze tijd is dat "moeder worden" nog steeds een uitdaging. De actrice Sofie van den Enk schreef eens: "De geboorte van mijn kinderen heb ik beleefd als een groot wonder.” Veel vrouwen in onze tijd herkennen zich gelukkig nog in het motto "De moeder de vrouw".
Gedicht: "Moeder de vrouw" van Martinus Nijhoff
Ik ging naar Bommel om de brug te zien.
Ik zag de nieuwe brug. Twee overzijden
die elkaar vroeger schenen te vermijden,
worden weer buren. Een minuut of tien
dat ik daar lag, in ’t gras, mijn thee gedronken,
mijn hoofd vol van het landschap wijd en zijd -
laat mij daar midden uit de oneindigheid
een stem vernemen, dat mijn oren klonken.
Het was een vrouw. Het schip dat zij bevoer
kwam langzaam stroomaf door de brug gevaren.
Zij was alleen aan dek, zij stond bij ’t roer,
en wat zij zong hoorde ik dat psalmen waren.
O, dacht ik, o, dat daar mijn moeder voer.
Prijs God, zong zij, Zijn hand zal u bewaren.
Bert Jansen, oud-Spooldenaar,
geb.Nilantsweg 77