Wat treft u aan op deze website!

Zwolle - Algemeen

Zwolle - Algemeen

Algemene info over de stad

Onder dit item krijgt u een simpel algemeen beeld van onze mooie Hanzestad Zwolle
Foto's, video's en artikelen

Foto's, video's en artikelen

De stad Zwolle in beeld en in tekst!

Foto's, video's en artikelen uit het heden en verleden van de oude Hanzestad Zwolle!
Zwolle in Beeld Info

Zwolle in Beeld Info

Brede informatie over de website!

Hier vindt u alle informatie over de website, inclusief het contactadres en de privacy- en cookie verklaring!
Foto's bestellen!

Foto's bestellen!

Wilt u een foto bestellen?

Onder dit item vindt u een breed assortiment foto's, waarvan een groot deel is voorzien van een Zwols tintje!
Links

Links

Links naar interessante websites!

Hebt u vragen of wilt u informatie over bepaalde items die gelinkt zijn aan de stad Zwolle, dan vindt u hier een aantal links naar Zwolse bedrijven, organisaties of verenigingen!

Het laatst geplaatst

Zoeken op de website!

Naar Foto's van Zwolle
Naar Zwolse herinneringen
Naar Dick's herinneringen

Met zijn laatste verhaal over de Thorbeckegracht heeft Dick Algra ook deze rubriek "Van straat tot straat",  eind 2022 afgerond. Een mooie serie met verhalen over straten in onze mooie Hanzestad.

Zoals Dick al in zijn laatste artikel "Thorbeckegracht", heeft omschreven, heeft hij op dit moment nog geen directe toekomstplannen. Hij neemt even de tijd om hierover na te denken en terecht. Het is absoluut niet gemakkelijk om met een grote regelmaat onderwerpen te vinden en ook nog eens op "papier" te zetten. Op een gegeven moment is de put leeg. Hopelijk komt hij in het nieuwe jaar met een nieuw plan, cq een mooi vervolg, die wij dan weer op de website mogen plaatsen. 

Dick bedankt mij regelmatig voor het mogen plaatsen van zijn verhalen. Ik kan u melden, dat hij het echt verkeerd ziet. Ik ben degene die hem moet bedanken voor het mogen plaatsen van zijn mooie verhalen. Er zullen gegarandeerd meer mensen in Zwolle zijn, die leuke herinneringen aan het verleden in onze stad hebben. Echter om deze vast te leggen voor publicatie, dat zijn en kunnen er maar weinig. 

Dick, ik ga er vanuit dat ik ook namens de vele lezers van de website spreek, als ik je bij deze hartelijk bedank, voor de mooie verhalen die je voor ons op "papier" hebt gezet. We hebben genoten. Hopelijk komt er in de toekomst nog een vervolg.

Hans Smit - Zwolle in Beeld

 

Thorbeckegracht


064 THORBECKEGRACHT bew

Toen ik, eind mei van dit afgelopen jaar, aan deze serie straatverhalen begon, was ik even bang dat ik alleen maar wat te vertellen zou hebben over onze binnenstad, het deel dat omsloten wordt door de stadsgracht. Gelukkig bleek dat achteraf maar 25% te zijn, en ik vind dat ik niet mag mopperen, nu ik met deze serie stop. Niet omdat het jaar ten einde loopt, niet omdat het schrijven me tegenstaat, maar ik merk dat ik nu ik in een paar jaar tijd zo’n 500 korte verhaaltjes over Zwolle heb geschreven, moet oppassen om mezelf niet te herhalen.

Deze serie wil ik graag eindigen met de straat en zijn naam waarmee, volgens mij, mijn historisch besef omtrent Zwolle is begonnen. De Thorbeckegracht, waar mijn opa in 1933 zijn koffiebranderij begon, waar mijn vader zijn werkzame leven aan besteed heeft en waar ik als kleine jongen al kwam en ook een aanzienlijke periode heb mogen werken. Nu heet het bedrijf Mocca d”Or, is een belangrijke speler op de horeca-koffiemarkt geworden en is in de Marslanden te vinden. En nog steeds is er een Algra, onze middelste zoon, er werkzaam.

Het bedrijf is tot 1994 aan de Thorbeckegracht 89 gevestigd geweest. Op de plek waar ooit het bedrijf stond staat nu een appartementencomplex met de naam De Tweeling. U zult begrijpen dat mijn tweelingzus en ik het een mooi eerbetoon aan ons familiebedrijf vinden.

Terugkijkend zijn er aan die gracht weinig bedrijven uit mijn verleden overgebleven.  Eentje aan dat laatste stukje van de gracht is dat zeker, namelijk Veilinghuis Fakkert. Ooit dacht ik daar twee gebruikte archiefkasten te kopen. Fakkert vroeg er, destijds honderd gulden per stuk voor. Toen ik hem vijfenzeventig gulden bood zei hij me: “Als ik er vijfenzeventig gulden voor had willen hebben, had ik er vijfenzeventig gulden voor gevraagd!”  Ze zijn voor zijn prijs bij ons in het bedrijf beland.

Ik heb ervan geleerd dat je moet nadenken voor je wat gaat zeggen. Vandaar dat ik over mijn toekomstplannen nu niets ga zeggen. We zien wel weer wat er op ons pad gaat komen. In ieder geval, hartelijk dank voor het lezen en het reageren.

O ja, U weet dat alle verhalen nog wel even op deze website te vinden zijn. De man hierachter, Hans Smit, wil ik heel hartelijk bedanken voor zijn aandeel en feedback.

Een heel goed 2023 gewenst.

29-12-2022

 

Rhijnvis Feithlaan


063 RHIJNVIS FEITHLAAN bew

Het mag duidelijk zijn dat deze straat genoemd is naar de in Zwolle geboren en overleden schrijver van gedichten en toneelstukken, Rhijnvis Feith (1753 – 1824). Hij heeft wel meer geschreven maar is door zijn gedichten bekend geworden. Het meeste met het, als oudejaarslied, bekende gedicht: Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaduw heen.

Rhijnvis Feith woonde in de zomermaanden op het buitengoed “Boschwijk”, aan de Heinoseweg, ‘s winters in de binnenstad van Zwolle. Op zijn graf op de Algemene begraafplaats aan de Meppelerstraatweg, staat -  dit voor de liefhebber -  een bijzonder monument.

De Rhijnvis Feithlaan wordt gedomineerd door het markante gebouwencomplex op de nummers 80 tot 96. Tussen 1884 en 1972 was het Sophia Ziekenhuis er gevestigd. In 2000 werd besloten de kunstacademie er te huisvesten. Voor de straat vernoemd werd naar de man die er zo vaak met zijn koets doorheen is gereden, heette deze de Platte Allee.

In mijn vroege jeugd liepen wij er zondags door, op weg naar de Oosterkerk aan de Turfmarkt. Ik vond het een vervelende wandelstraat. ’t Enige bijzondere eraan voor mij was dat het hoofd van onze school, de heer A.D. Zweers er woonde.  Hij was een kleine, ietwat gezette man, altijd in driedelig pak gekleed, een horlogeketting over de buik en, als het kon, een sigaar tussen de vingers. Hij had zijn hart verpand aan het onderwijs en had bij ons leerlingen de bijnaam “Buikie”.

In de Tweede Wereldoorlog, hield hij zich opvallend rustig. Men dacht dat hij dat deed omdat hij, hoewel hij het niet was, een Joods uiterlijk had. Voor de mensen die meenden hem echt te kennen was dat “zich rustig houden” teleurstellend en men nam het hem wel kwalijk.

Na de bevrijding bleek dat hij in zijn huis een aantal onderduikers had en op zijn zolder was een geheime zender verstopt. Daarmee onderhield hij voor het ondergrondse verzet in Zwolle, vaak contact met Engeland.  Waar een kleine man groot in kan zijn.

Ik hoorde dat pas na mijn lagereschooltijd. Eigenlijk jammer, want dan had ik vast met andere ogen naar hem gekeken, zeker als hij het nodig vond ons muzikaal te begeleiden bij onze zangles. Onderuit een kast kwam dan zijn viool en kregen we klanken te horen waardoor het lang geduurd heeft voor ik vioolmuziek weer kon waarderen.

26-12-2022

 

Koewegje


062 KOEWEGJE bew

De Oosterkerk, nabij de Turfmarkt, ligt precies op het punt waar de Bagijnesingel en het Koewegje samenkomen. Het ligt in de Diezerpoort, op de vroeger genoemde Bagijneweide. De naam van het straatje is een aandenken aan het — tot ver in de negentiende eeuw — landelijke karakter.

Heel lang stonden er, op een paar huizen na, slechts aan de kerkzijde van de straat woningen en keek men daar naar de achterkant van het bejaardencentrum “De Nijstad”, later verbouwd tot kantoor van de Gemeentelijk Sociale Dienst.

Na het leegkomen van dat gebouw in 2000, is het gesloopt en zijn er in 2001 woningen neergezet zodat sindsdien Het Koewegje aan beide zijden compleet bewoond wordt.

Tegenover de zij-ingang van de kerk, in het Koewegje woonde de koster. In een iets kleiner huis dan de predikant die aan de andere kant van de kerk, aan de Bagijnesingel, direct naast de kerk woonde. Ik weet haast wel zeker dat de koster het ’s winters warmer had dan de dominee in zijn pastorie met de grote hoge kamers, die met een kolenkachel, niet warm te stoken waren.

Het verhaal gaat dat een vroegere koster, we hebben het over de jaren vijftig van de vorige eeuw, zich vlak voor de kerstdagen druk maakte om de koperen kroonluchters van de kerk mooi te laten glimmen.

Voor de duidelijkheid van het verhaal, hij heette Kloek en het was een, zeer vriendelijke, wat gedrongen man met, zoals dat in die tijd vaker voorkwam als gevolg van de Engelse ziekte, een bochel op zijn rug.

Staande op een reformladder (een ladder in omgekeerde v-vorm) tussen de banken van het middenvak, was hij een kroonluchter aan het poetsen toen de ladder onder hem weggleed. Hij kon zich nog net vastgrijpen aan de kroonluchter en riep om hulp. Dankzij het feit dat hij dichtbij woonde werd hij gehoord en kwam de hulp op tijd.

Op de eerste kerkenraadsvergadering erna, circuleerde alras een tekeningetje van een van de kerkenraadsleden, waarop duidelijk het voorval was afgebeeld. Een, duidelijk herkenbaar, hangend mannetje, aan een wiegelende kroonluchter met een onderschrift in Gotische letters. Waar het tekeningetje zich in de vergadering bevond, was aan het gegniffel wel te merken.

Het onderschrift luidde: “Kerstkloekje”

22-12-2022

 

Korte Luttekestraat


061 KORTE LUTTEKESTRAAT bew

In het boek “Historische wandelingen in en om Zwolle”, rond 1900 geschreven door W.A. Elbers, verhaalt de schrijver over de naam Luttekestraat. Het was vroeger niet zo’n lange straat en het deel rond de kerk heette eerder ”Het Kerkhof”. Lutteke schijnt een afgeleide te zijn van Luttik hetgeen klein betekent.

Dan is de naam Korte Luttekestraat welhaast een pleonasme. Veel later wordt in een uitgave van Waanders er als volgt over geschreven, en ik citeer:

 “De Korte Luttekestraat is een wat vreemd straatje. Het lijkt in tegenstelling tot veel andere straten in het centrum alleen maar bedoeld om snel doorheen te lopen. Winkels die de aandacht trekken zijn er niet. Welhaast onontkoombaar stuit de wandelaar, komend vanaf de Nieuwe Havenbrug, op het pand op de hoek die door de Korte Lutteke- en de Luttekestraat wordt gevormd. Hier moet men kiezen: of links verder gaan, de drukke Luttekestraat in, of rechtsaf slaan om via die afgelegen Korte Luttekestraat onopvallend en ongemerkt het Grote Kerkplein te bereiken.” Einde Citaat.

Ik moet zeggen, ik vind dit een nogal denigrerende tekst. Er zijn zeker winkels die de aandacht trekken, al was het enkel die van “Scholten de tweewielerspecialist” en halverwege kan men rechtsaf slaan de Papendwarsstaat in. Waarmee je in een heel oud en mooi gerestaureerd stukje binnenstad terecht komt.

Over Scholten gesproken. Deze zaak bestaat al ruim zeventig jaar en door onze koffiebranderij ken ik het bedrijf al bijna net zo lang.  De historie vertelt ons dat voor het vervoer van koffie als eerste een fiets met mand voorop, ook wel slager- of bakkersfiets genoemd, werd gekocht.  Toen de omzet wat groeide werd overgestapt op een bakfiets en weer wat later werd tweemaal een “gemotoriseerde” bakfiets aangeschaft en dat allemaal bij Scholten.

Toen in de beginjaren zeventig werd overgestapt van bakfiets naar een Spijkstaal elektrische bestelwagen, moeten ze bij Scholten een klein feestje gevierd hebben. De bakfietsen met hulpmotor, altijd bemand door jonge gasten die er veel te hard mee wilden rijden, hadden vaak pech. Scholten moest dan met een auto-met-aanhanger, het “pechgeval” maar weer van de weg halen en in hun werkplaats repareren.

Nu vele jaren later vermoed ik dat het feit dat zij geen koffie bij ons afnamen, wel eens te maken kon hebben met hun ergernis juist daarover. Wij boden hen beslist geen bakkie troost.

19-12-2022

 

Kerkepad


060 KERKEPAD bew

Als je aan de noordkant van de stad woont, verlaat je de stad ook vaak aan dIe zijde. Voor mij is dat daarom veelal via de Kranenburgerweg. En dan bijna aan het eind,  – bij Berkum, een voormalig onderdeel van de gemeente Zwollerkerspel dat als een ring om Zwolle lag –  staat rechts een houten kerkje.

Tenminste zo lijkt het nu weer want, zo heb ik mij laten vertellen, de huidige eigenaar, wilde de herinnering aan dat kerkje levend houden en heeft het ooit verdwenen torentje er in een symbolische vorm weer opgezet.

Het was tot 1970, het jaar waarin “De Hoofdhof” in gebruik werd genomen, de kerk van de Gereformeerd synodale gemeente in Berkum. Een kerkelijke gemeente die nog steeds zelfstandig is en geen onderdeel uitmaakt van de PKN-gemeente van Zwolle.

Wat ik nooit geweten heb, is dat het pad dat naar dat kerkje liep in 1968 het Kerkepad is genoemd. Ik vermoed omdat de historie bewaard moest blijven, nu de nieuw te bouwen kerk bijna in gebruik zou worden genomen.

Het Kerkepad maakt voor een stukje onderdeel uit van het fietspad dat parallel loopt aan de Kranenburgerweg. Zo ongeveer vanaf de Vechterdijk/Maatgravendijk tot aan het voormalige kerkje, gaat het met een bocht Berkum in en eindigt bij de Erasmuslaan. Op sommige plattegronden worden zowel de namen Kerkepad als Maatgravendijk ervoor gebruikt.

In de jaren vijftig ging ik als kind soms met mijn ouders mee ter kerke in dat houten godshuis. Er hing een echte plattelandslucht in het gebouw. Een mengsel van een stallucht, mottenballen en eau de cologne, het luchtje van het merk 4711. Voor dat laatste gingen we er niet heen, wel vanwege dominee A.J. Boss die naar het idee van mijn ouders de moeite van het beluisteren zeer waard was.

Als jonge jongen ben ik eenmaal alleen daar naar een kerkdienst gegaan. In onze eigen kerk zou avondmaal gehouden worden en ik wilde die extra lange dienst graag ontlopen.

Toen ik in Berkum de kerk binnenglipte, bleek ook daar het avondmaal gevierd te worden, op een nog veel meer tijdrovende manier dan in onze eigen kerk gebruikelijk was.

Voor mij werd het gezegde: “God straft direct” bijna iets van bittere werkelijkheid. 

De broer van de dominee was trouwens onze broodbakker. Die huldigde het adagium “Eens worden wij ervan verlost”. Gelukkig vond ik die zin, net zoals de kwaliteit van z’n brood beter te behappen.

15-12-2022

 

Stationsplein


059 STATIONSPLEIN bew

Nu is alles veranderd, maar heel lang was, voor wie per trein reisde, het stationsplein de entree van Zwolle. Toen in 1868 in de weilanden direct buiten de stad het station werd aangelegd, was het daarna een komen en gaan van koetsen en karren. Later kwamen daar de auto’s bij en werd het plein het centrum van de Zwolse busdiensten.

Op de hoek met de, toen ook aangelegde, Stationsweg stond tot 1979 Hotel Van Gijtenbeek, bekend bij veel vertegenwoordigers, ook wel handelsreizigers genoemd.

De plek daarvan is ingenomen door de ABN-AMRO-bank met een minder sfeervol gebouw dat het vroegere hotel. Op de andere hoek stond lang een kiosk – tijdelijk ook VVV – waar de inwendige mens tegen aanmerkelijk lagere kosten, versterkt kon worden.

Wat gebleven is, op nummer 1 van het plein, is De Buitensociëteit. Het heet sinds een verbouwing in 1991 de Nieuwe Buitensociëteit en heeft  zijn oorsprong zo’n 150 jaren terug. Toen bleek er behoefte te zijn om, naast  de Groote Sociëteit in de Koestraat, een plaats te hebben waar de minder rijke inwoners van Zwolle konden genieten van toneel en muziek. In de loop van de tijd is “de witte villa”, zo werd de Buitensoos ook wel genoemd, uitgebreid tot het complex dat er nu is met een bioscoopzaal en enkele andere zalen. In het pand hebben zich ook bedrijven gevestigd waarvan de meest bekende wel de Wavin is.

In “de witte villa” heeft de “herensociëteit” nog steeds zijn vaste stek. Die ooit door, de reeds overleden, PvdA-wethouder Eskens omschreven werd als: “Een stelletje mannen dat op zijn biljartstok staat te leunen”.

Mijn eerste kennismaking met de Buitensoos, was in 1955 toen ik er een voorstelling over Suske en Wiske mocht bijwonen. In de pauze werd, aan de hand van de nummers van de toegangsbewijzen een aantal stripboeken verloot. Ik was een van de gelukkigen die op het podium zo’n boek mocht afhalen. Het was het deel “De IJzeren Schelvis”, nog niet in kleur maar in een blauw-witte druk uitgevoerd.

Wat mij daaruit het meest is bijgebleven is de voordracht van Jerom, een parodie op het  gedicht “De Pruimenboom” van Hieronymus van Alphen. Tot op heden ken ik alleen de variatie van deze Jerom, en ik citeer met stipjes en al: “ … Pruimenboom … Jantje zag eens pruimen hangen, .. als eieren zo groot … Wou plukken .. Mocht niet .. was braaf .. kreeg hoed vol...”.

12-12-2022

 

Diezerstraat


058 DIEZERSTRAAT bew

Daar is, in de loop van de eeuwen, al veel over geschreven. Dat kan haast ook niet anders want bij diverse werkzaamheden zijn sporen gevonden uit de achtste en negende eeuw. Dat kwam vooral omdat deze straat (op z’n Zwols: de Diesstroate (met een lange ie)) op een zandrug is aangelegd.

In de tachtigjarige oorlog is er op die plek gevochten tussen calvinisten en Spaanse troepen met katholieken. De overwinning van de eerst genoemden betekende dat Zwolle zich aansloot bij de Unie van Utrecht. Daarna werd Zwolle omgebouwd tot een vestingstad en de Diezerpoort werd versterkt, wat de toegang tot de Diezerstraat voor vijanden aanzienlijk bemoeilijkte.

‘t Werd in de loop van de tijd wel de belangrijkste winkelstraat van Zwolle, en in 1925 was het zo druk dat men er eenrichtingsverkeer instelde. In 1970 werd al het rijdend verkeer er verbannen en reed burgemeester Drijber er als laatste automobilist doorheen.

De straat werd omgebouwd tot wandelgebied – en kreeg de officieuze naam Diezerpromenade –  met zitjes, een waterpartij en een lange rij etalagekasten.

Erg lang heeft de promenade niet bestaan, de waterpartij met fontein werd al gauw een smeerboel en de etalagekasten waren maar kort populair bij de winkeliers en stonden daarna simpelweg in de weg.

Dat er geen verkeer meer mocht komen was soms lastig. Het pand op nummer 98, nu een modezaak, was door het Leger des Heils in gebruik voor hun verschillende samenkomsten. Zo was er, op een doordeweekse dag, in de beginjaren tachtig, een uitvaart en stond daarom de rouwauto daar voor de deur te wachten.

Er tegenover, in de Smeden, stonden twee volgauto’s, pal tegen de zijkant van de speelgoedwinkel van De Wit (nu een H&M-zaak) op hun taak te wachten, waarbij ze niemand in de weg stonden.

Er kwam een parkeerwachter aangelopen (roodharig, zo gaat het verhaal) die een bon wilde neerleggen onder de ruitenwissers van de twee volgauto’s. De beide chauffeurs waarschuwden de leider van de uitvaart die tegen de parkeerwachter zei: “Dan bekeurt u nu ook de rouwauto, want die staat net zo fout, maar weet wel, dan vertel ik over uw actie het een en ander aan De Telegraaf”.

De eerdere bonnen werd ingetrokken en de parkeerwachter verliet mopperend zijn “post”.

De man heeft nooit geweten dat hooguit de Zwolse Courant zou worden ingelicht.

08-12-2022

 

Heiligeweg


057 HEILIGEWEG bew

‘t Is een van de oudste straatjes van Zwolle dat het, zo laat ik me door meester Elberts vertellen, lang zonder naambordje heeft moeten doen. Het is te vinden naast de ingang van de Noorderkerk tussen het Assiesplein en de Posthoornbredehoek.

In de eerste helft van de vorige eeuw werden de huizen er, meestal erg klein, nog bewoond.  Daarvan getuigt nog het bericht dat er op 19 januari 1951 Femmigje Bos er werd geboren, het achtste kind van tabaksbewerker Hidde Bos en zijn vrouw Lamberdina Haverhoek. ‘t Bijzondere eraan was dat het meisje de 50.000ste inwoner van Zwolle bleek te zijn. Zo’n vijfduizend meer dan in 1945, direct na de oorlog. ‘t Was in de tijd dat Zwolle nog omsloten werd door de Gemeente Zwollerkerspel.

De woningen zijn daarna voor het overgrote deel in gebruik genomen door schildersbedrijf Porte & Zn aan de Thorbeckegracht. Na renovatie van de buurt zijn er nu appartementjes en kleine bedrijfjes in gevestigd.

Op nummer 1, naast de kerk dus, is “De Bres” gevestigd. De Bres is,  zoals ze het zelf formuleren, al ruim een decennium een bijzonder inloophuis nabij het centrum van Zwolle.
Zij bieden laagdrempelige gastvrijheid aan een nog altijd groeiende, brede doelgroep.
De Bres helpt velen om stabiel te blijven en opgedane contacten te onderhouden.

Zelf heb ik heel lang niet geweten dat het straatje deze naam had. Ik leerde in 1966 voor het eerst een Heiligeweg kennen, en wel in Amsterdam. Intussen weet ik dat er in ondermeer Enkhuizen en Krommenie ook straten zijn met deze naam.

Toch ben ik, hooguit 7 jaar naar de geboorte van die Femmigje Bos, er in de buurt geweest. Ik ging met mijn oma, een heel gelovige vrouw, mee naar die Noorderkerk. Zij was geen lid van die kerkelijke gemeente  maar mocht er graag diensten bezoeken. “Hoezo hooguit 7 jaar later” vraagt u zich misschien af ? Simpel, oma overleed in 1958.

Ze vroeg of ik met haar mee wilde gaan naar de avonddienst. Ik durfde haar niet te weigeren, laat staan te vertellen dat ik al een ochtenddienst en een middagdienst had meegemaakt in de kerk van mijn ouders.

Die drie diensten hebben me, geloof ik, achteraf bezien geen hekel aan kerken gegeven. Wel aan de wijze waarop een aantal kerken hun, naar ik meen blijde, boodschap denken te moeten uitdragen.

05-12-2022

 

Bleekerswegje


056 BLEEKERSWEGJE bew

Hoe lang deze zijweg van de Brink het Bleekerswegje genoemd wordt, is onbekend. Maar al in 1664 is op de kaart van Blaeu op die plaats een bleekveld te zien.  In Zwolle, was trouwens al eerder een Bleekerstraat. Die bevond zich ongeveer op de plek waar nu de Luttenbergstraat en Wethouder Alferinklaan samenkomen. Daar is heel lang --  oude Zwollenaren zullen zich de naam herinneren –  wasserij “de Boschbleek” gevestigd geweest.

In het jaar 2001 werd het voormalige Bejaardencentrum “De Nijstad”, waarin later de gemeentelijk sociale dienst van Zwolle was gevestigd, gesloopt. Het leegstaande pand bezorgde de buurt veel overlast door  zwervers die zorgden voor geluidsoverlast en rommel. Helemaal aan het eind van dat Bleekerswegje was autospuiterij Kappel gevestigd in oude panden, die vroeger als wasserij en bakkersschool dienst hadden gedaan.

De Nijstad genoemd naar het gedeelte van de wijk waar men het bouwde, was oorspronkelijk een tehuis op Gereformeerd Synodale grondslag. Het voelde zich als organisatie dan ook erg thuis op die plek, waar het zich als het ware tegen de Oosterkerk aan scheukte.

Het gebouw werd op den duur ongeschikt voor de ouderenzorg en men betrok een nieuw gebouwd complex in Berkum. De naam De Nijstad veranderde in “De Wissel” dat, om mij onverklaarbare redenen, tegenwoordig “Berkumstede” heet.

Mijn opa, Durk Algra, werd al redelijk vroeg weduwnaar.  Hij hertrouwde anderhalf jaar later. Helaas duurde dat huwelijk een kleine zes jaar. Want ook zijn tweede vrouw overleed. Toen hij twee jaar alleen gewoond had, werd door hem en zijn kinderen besloten dat hij zou verhuizen naar De Nijstad aan het Bleekerswegje. We hebben het dan over 1968.

In die tijd kon dat. De wachtlijsten waren niet zo lang. Toch heeft hij er, simpel gezegd, maar een blauwe maandag gewoond. Tot schrik van de familie, ging hij snel terug naar zijn nog leegstaande huis, ging even op vakantie naar zijn vaste hotel in Valkenburg en ging op zoek naar een huishoudster.

Waarom hij weer vertrok ? Het beviel hem niet in die Nijstad. Hij had, net zoals hij altijd kon doen in het hotel in Valkenburg, zijn schoenen naast de kamerdeur op de gang  gezet. De volgende morgen stonden ze er nog. In tegenstelling met zoals het ging in het hotel: Ongepoetst!

“Dat kon hij zelf beter regelen” was zijn motivatie, en de familie kon het ermee doen.

01-12-2022

 

Dokter van Heesweg


055 DOKTER VAN HEESWEG bew

Ons vader kon veel, maar een klusser was hij niet. Ik kan rustig zeggen dat hij op technisch gebied onhandig was. In uiterste nood sloeg hij wel eens een spijker in een muur maar dan niet met een hamer maar met de zijkant van de nijptang.

Toch kreeg ik, om en nabij mijn vierde verjaardag een, door een handig personeelslid van de koffiebranderij, zelfgemaakte kar.  Want organiseren, dat kon ons vader als de beste!

Het was een kar, model strandkar, op het onderstel van een kinderwagen. Je kon hem besturen met de trekstang en hij was geschilderd in de kleuren grijs aan de binnenkant en rood aan de buitenkant. Samen met mijn straatvriendje Hans heb ik er veel mee beleefd.

Een hoogtepunt in het bestaan van deze kar, was wel het schoolreisje van de kleuterschool die, letterlijk, onderdak had op de zolder van de Elout van Soeterwoudeschool aan de Wipstrikkerallee. Het dagje uit was georganiseerd door Juf Groenenberg en ging naar “de kindertjesweilanden”. Die waren trouwens eigendom van het Hervormd Weeshuis, vandaar de naam.

Die weilanden lagen daar waar nu het Isala ziekenhuis aan de Ceintuurbaan staat. We konden er vanuit school heen wandelen. Omdat onze juf wist van het bestaan van “mijn kar”, was gevraagd of ik die mee mocht nemen en daar zaten de meegenomen boterhammetjes en het drinken in van de ruim vijfenveertig kinderen van de klas.

Vol trots trok ik de kar over de weg en de smalle bruggetjes die over de sloten tussen de weilanden lagen. Vooral de meisjes, zo voelde ik dat, bewonderden mij zeer. Temeer daar zij dachten dat de kleur rood van de kar wel eens de, overigens rustige, koeien zou kunnen opjutten tot gevaarlijk gedrag.

Daarnaast voelde ik me welhaast de foerier van de hele club met mijn kar vol eten en drinken. Ik vermoed nu dat, toen mij jaren later, tijdens de keuring voor militaire dienst, gevraagd werd of ik ook een functie in het leger ambieerde, ik die van foerier heb opgegeven. Later bleek defensie mij in het geheel niet nodig te hebben, ik werd buitengewoon dienstplichtig verklaard.

Het “schoolreisje” speelde zich af op de plek waar nu de Dokter van Heesweg ligt. Dokter C.A. van Hees was tussen 1946 en 1968 geneesheer-directeur van het voormalige Sophia Ziekenhuis. Hoe zijn militaire carrière is verlopen vertellen de Zwolse geschiedenisboeken niet.

28-11-2022

 

Kerkstraat


054 KERKSTRAAT bew

‘t Zal niet vaak gebeuren dat een kerk meerdere malen in een stratenplan staat vermeld. Bij ons in Zwolle is dat gebeurd met de Plantagekerk. Eerder was het een gereformeerde kerk, nu vaak aangeduid met de toevoeging synodaal.  Na de vrijmaking in 1944 en de herverdeling van de gebouwen hoort deze kerk bij de gereformeerd vrijgemaakte kerkelijke gemeente.

De kerk is gebouwd in 1874 en daarom werd een groot deel van de Spoelstraat – om het eens in kerkelijke termen te zeggen –  omgedoopt tot Kerkstraat. Wonderbaarlijk eigenlijk, de kerk staat officieel aan de Ter Pelkwijkstraat en de Spoelstraat is aan de achterzijde van de kerk te vinden.

De Kerkstraat loopt in het verlengde van de Spoelstraat richting stadsgracht, gaat linksom de bocht door en eindigt bij de Diezerstraat. Die Spoelstraat overigens is vernoemd naar de vroegere spoelplaats in de Aa, daar waar door velen de was werd uitgespoeld. Dit laatste voor de liefhebbers van de kennis van het ontstaan van straatnamen.

In 1876 werd de Kerkbrug vernoemd naar deze kerk. Die brug staat in elke Zwolse volksmond bekend als het kerkbrugje. De huidige brug vervangt de eerdere veel smallere draaibrug, vandaar het “brugje”. De eerste brug werd door de gemeente Zwolle aangelegd op verzoek van een aantal bewoners van de Wipstrikkerallee. Zij vroegen de gemeente om een makkelijker manier om naar het centrum van de stad te komen.

Gezien het feit dat de gemeente de brug naar de kerk vernoemde, zullen ze wel door gehad hebben, dat het hen om een makkelijke manier van kerkgang ging. Hoewel, ik kan het mis hebben.

Op de hoek van de Kerkstraat met de Diezerstraat is nu een herenkapper gevestigd, maar vroeger was het een woonhuis. Op koninginnedag, net na de tweede wereldoorlog liep mijn vader met zijn beste vriend, een behoorlijk lange man, langs dat huis. De schuiframen aan de Kerkstraatzijde stonden open en in de vensterbank stond een glaasje jenever van een van de aldaar aanwezige feestvierders. De lange vriend, pakte het glaasje uit de vensterbank, klokte het in een één slag naar binnen, en zette het lege glas weer terug.

Mijn vader en vriend staken de weg over en hebben aan de overkant op de reactie staan wachten. De verbazing van de voormalige “eigenaar” van het glas, zal vast hilarisch geweest zijn. Zeker voor iemand met een slokje op.

24-11-2022

 

Bartjensstraat


053 BARTJENSSTRAAT bew

De in Amsterdam geboren Willem Bartjens (1569-1638) was in zijn tijd de bekendste schoolmeester. Zijn roem had hij vooral te danken aan een door hem ontwikkelde rekenmethode, gepubliceerd in 1604.  ‘t Boek had een lange titel, die ik u zal besparen, maar nu nog is het gezegde “volgens Bartjens” een begrip.

Er is in Zwolle een straat naar hem genoemd, wellicht daarom, maar ook omdat hij in 1618 in Zwolle werd benoemd tot hoofdmeester van de Franse School. Die was niet gevestigd in deze Bartjensstraat, het is een straat uit 1882, maar in de Praubstraat en wel op nummer 14. Daar ging Willem Bartjens ook wonen.

In Zwolle werd of wordt – dat laatste weet ik niet zeker –  de Bartjensprijs uitgereikt. En wel aan aan personen of organisaties, “die Zwolle nationaal en internationaal op de kaart hebben gezet.”  Erben Wennemars kreeg hem, Jan Vayne, Willem Waanders en ook het Groot Mannenkoor Zwolle om wat voorbeelden te noemen.

In de Bartjensstraat op nummer 4, staat boven een van de ramen in de gevel het opschrift “Willem Bartjens Huys”, waardoor je zou kunnen vermoeden dat hij er gewoond heeft. Op de lege zijgevel van het huis is wel, in opdracht van de eigenaar,  een metershoog portret geschilderd van “Meester Bartjens”, waardoor het genoemde opschrift mijns inziens toch wel rechtsgeldigheid heeft gekregen. Hoewel, de laatste tijd overwoekerd klimop dit portret.

Daar waar de Luttenbergstraat eindigt, naast de Domincanenkerk, lag ook nog een deel van de Bartjensstraat. Die veelal kleine, wat armoedige huisjes, zijn in het begin van de jaren zestig gesloopt ten behoeve van de nieuwbouw van het Rooms Katholieke Ziekenhuis, het latere ziekenhuis De Weezenlanden.

Mijn fietsroute van de middelbare school naar huis, liep ondermeer door dat verdwenen stuk van de Bartjensstraat. Bijna altijd stond, bij één van die huisjes, een immer in een smoezelige jasschort geklede, ietwat slonzige, forse vrouw in de open voordeur.

Nadat ik dat beeld eens bij thuiskomst geschetst had, kon mijn vader het niet laten om, als hij haar zo nu en dan ook eens zag, thuis te komen en mij te melden: “Dick, je vriendinnetje stond er ook weer!”

Misschien krijgt ze nationaal of internationaal nu alsnog de nodige aandacht. Van mij mag ze, voor haar beeldbepalend zijn, postuum de Bartjensprijs toegekend krijgen.

21-11-2022

 

Zoom


052 ZOOM bew

Zoals bekend hebben de straten in de wijk Aa-landen allen een naam van een rivier, beekje of water(tje). Zo ook de Zoom. Eigenlijk kende ik het niet maar vermoedde dat het in de buurt van Bergen op Zoom moest liggen.

Internet schoot me, in eerste instantie, niet te hulp want daarop ging het vooral over vergaderen per “Zoom”, toch heel iets anders. Na wat doorzoeken, las ik en ik citeer: “De Zoom is  een beek van 13,5 kilometer lang en ontspringt in België. In Nederland stroomt zij als De Zoom langs de Wouwse Plantage en mondt uit in de Theodorushaven in Bergen op Zoom.” Einde citaat. Ze heeft ook zijbeken waarvan twee met de bijzondere namen: Zeepe en Beekloop. Zulke namen zijn vast een verhaal apart.

Ik ken de Zwolse Zoom als de straat waarin nu het schoolgebouw van het Gymnasium Celeanum staat. Een volgens mij nog steeds eerbiedwaardig instituut met een imposante voorgeschiedenis aan de Veerallee. Als leerling van het, ook aan de Veerallee gelegen, Christelijk Lyceum (met een tekort aan gymnastieklokalen) kwam ik een enkele keer in dat Celeanum, enkel en alleen dus voor de lichamelijke opvoeding.

In 1977 werd aan de Zoom een schoolgebouw opgeleverd dat broodnodige ruimte gaf aan de leerlingen van “De Sprankel”. Een instituut voor vorming en opleiding van inrichtingsopvoeders. In 1967 begonnen met 18 leerlingen. De opleiding was in eerste instantie gericht op medewerkers van kindertehuizen van justitie. Later kwamen daar ook de schippersinternaten en gezinsvervangende tehuizen bij en was het de enige opleiding daarvoor in Nederland. Nu is het een onderdeel van “Landstede”.

Mijn jongste zus heeft toen de opleiding gevolgd in dat nieuwe gebouw. Van haar begrepen we dat het een behoorlijk “alternatief” gebeuren was. Leerkrachten werden bij de voornaam aangesproken en de kledingkeuze van veel leerlingen was bijzonder, een soort vervolg op de flowerpowerhype. Het sterkste wat mij is bijgebleven, is toen zij vertelde dat in het schoolgebouw behoorlijk de geur van “wietroken” hing. Voor mij nog steeds bijzonder, waarschijnlijk omdat ik nog nooit zo’n versnapering tot mij genomen heb.

Later vertelde ze ons dat het goed voor haar geweest is dat zij in diezelfde tijd ook regelmatig bij Youth for Christ in de Sassenstraat over de vloer kwam. Dat bood een mooi tegenwicht. Hoewel, om Johan Cruijff te citeren: “Elk voordeel heb z’n nadeel.”

17-11-2022

 

Herenweg


051 HERENWEG bew

Bijna helemaal loopt deze weg evenwijdig aan de Wipstrikkerallee. De naam schijnt afgeleid te zijn van het woord “heirweg”, ook wel omschreven als “de eerste weg langs de Heereweg. Met die Heereweg werd de naastliggende weg van de landsheer – de bisschop van Utrecht – bedoeld. Die naastliggende weg is die Wipstrikkerallee. Uiteindelijk is van die heirweg de naam Herenweg overgebleven.

Heel lang is het meerendeel van die Herenweg met weilanden en akkerlanden omgeven geweest. Als kinderen liepen we ondermeer via die Herenweg naar school en als de worteltjes op het land groot genoeg waren, kon je zien hoe ver een kinderarm onder het prikkeldraad door kon reiken. Daar waren alras de worteltjes voortijdig geplukt.

Toen in 1994 op het laatste gedeelte van de Herenweg negentien bouwkavels werden uitgegeven, was de belangstelling enorm. Honderden aspirant-kopers lieten zich inschrijven. De toen nog bestaande Zwolse Courant kopte dan ook: “Herenweg, loterij met veel nieten”.

Maar nog meer dan al die historische feiten doet mij de Herenweg aan 5 december denken. Want het ook door carnavalsvierders vaak benutte kostuumhuis  Kalf is er gevestigd boven een tapijtzaak, en wel op nummer 2A.

Ik heb mij daar verscheidene malen mogen laten omtoveren tot hulpsinterklaas. Tijdens de topdagen zit je daar met meerdere hulpsinterklazen en toen nog geheel zwartgeschminkte hulpjes. Je wacht dan op de medewerkers van Kalf die je op de juiste manier optuigen.

Op een zaterdag, waar ik in een clubhuis in de wijk Holtenbroek zou “optreden” trof ik een tweede sint aan, die voor een andere doelgroep in hetzelfde clubhuis moest zijn.  We “kenden” elkaar van het schminken eerder op de dag. Een bijzondere gewaarwording.

Om de gelovige kinderen niet in verwarring te brengen, spraken we af dat we niet gelijktijdig door de gezamenlijke hal zouden lopen, want de goede sint is toch echt niet de heilige twee-eenheid. Desnoods zouden we uitwijken naar het toilet.

Of het in dat Holtenbroekse wijkcentrum voor een langblijvend sinterklaasgeloof geleid heeft? Ik denk het niet. Wij als kinderen uit de buurt van Kostuumhuis Kalf hebben zoveel zien gebeuren  aan de Herenweg, dat zelfs de bisschop van Utrecht niet kon voorkomen dat we heel snel van dat geloof afvielen.

14-11-2022

 

Kamperweg


050 KAMPERWEG bew

Het is bijna niet meer voor te stellen. Maar de weg op de foto was het begin van de weg naar Kampen, vandaar de naam. Die weg liep in één streep door, langs het spoor, links langs Frankhuis en dwars door Westenholte, richting ‘s Heerenbroek.

Daar vinden we de weg eigenlijk weer terug op de plek zoals vroeger.

Ik heb  het over 1960. De Zwartewaterallee en de Blaloweg bestonden nog niet. De Willemsvaart, langs de Veerallee was nog volledig in takt en in gebruik. Met het graven van het Zwolle-IJsselkanaal begon men omstreeks 1961, dus van een spoorbrug en de Voorsterbrug erover was nog geheel geen sprake.

In die tijd mocht ik een aantal jaren op de school, links op de foto, vertoeven. Nu heet het  Carolus Clusius College, destijds heel simpel het Christelijk Lyceum. Tijdens een vrij uur liepen we vaak langs de Kamperweg, nu bijna een parkeerplaats voor de leerkrachten van het CCC. Op vrijdag, bij de juiste windrichting walmde je de ‘strontlucht” van de Veemarkt tegemoet en hoorde je het klagelijk geloei van de koeien die in het slachthuis hun laatste momenten meemaakten.

In 1960 was de heer Galle, een zeer vriendelijk mens, rector van de school.  Hij ging met pensioen toen de nieuwbouw zo ongeveer klaar was en werd opgevolgd door de heer Van ‘t Hul. De school werd groter en groter, dus de teugels werden strakker aangetrokken door die nieuwe schoolleider.

Gelijkertijd met die nieuwbouw was naast het, op de foto zichtbare gymnastieklokaal, een woning gebouwd, intussen alweer gesloopt, voor de conciërge. Een man met een bijzondere naam en zo ook door iedereen aangesproken: Sa. De man had ten tijde van rector Galle besloten zelf de huisregels en de leerlingen strak in de hand te houden. Kortom hij was streng in de leer.

Zo mocht je als leerling, als je er niets te zoeken had, geen stap zetten op de linoleumvloer van de nieuw gebouwde aula. Deed je dat wel, kon je letterlijk een trap onder je achterste krijgen van meneer Sa. Er was niemand die dat ongewoon vond, integendeel. Er was respect voor de man, niet uit angst, maar omdat het meer dan duidelijk was dat de man probeerde zuinig te zijn op zijn nieuwe school en iedereen eigenlijk wel wist dat hij daarin gelijk had.

Kom daar nu eens om !

10-11-2022

 

Broerenkerkplein


049 BROERENKERKPLEIN bew

Dominant aanwezig op dit plein is toch wel de kerk, de Broerenkerk en het daarnaast gelegen klooster het overbleven deel van een in 1465 gebouwd  Dominicanenklooster. Ook wel het Broerenklooster genoemd. Vanaf 1760 is het huidige kloosterdeel door de Joodse gemeenschap in Zwolle als synagoge gebruikt. Nu is het conservatorium  van Zwolle erin gevestigd.

Ik citeer schoolmeester W.A. Elbers rond 1900 : “Dat “broeren” in de naam laat zich verklaren uit de gewoonte dat de Predikheeren of Dominicanermonniken ook wel bestempeld werden met de Latijnse naam van Fratres predicatores, dat predikbroeders beteekent”.

Rond 1900 sprak men over de Broerenstraat, Broerenkerk, Broerenkazerne, de Broeren en Achter de Broeren.

Nu is in de kerk een boekhandel gevestigd. Naar een idee van Wim Waanders. De boekhandel en de de daaraan jarenlang gekoppelde uitgeverij, heeft zo ongeveer een eeuw aan de Grote Markt gezeten. Een vroede voorvader van Wim, ene Jan Marten Willem Waanders nam in 1836 al de bestaande boekwinkel van J.W. Robijns over, gevestigd in de Roggenstraat. In 1904 werd er naar de Grote Markt verhuisd.

Zo’n vier jaar geleden werd het bedrijf overgenomen door  Van der Velde Boeken, ook een gerenommeerd bedrijf in deze sector met meerdere winkels in Friesland en Groningen. Sinds kort heeft de Zwolse winkel ook hun naam en daarmee is na 186 jaar de naam Waanders van de boekwinkel in Zwolle verdwenen.

Voor de rest doet op het plein weinig meer aan vroeger herinneren. De in mijn ogen afschuwelijke nieuwbouw die er in de jaren zestig is gepleegd, wordt heel langzaam aangepast een een straatbeeld dat beter aansluit bij de ouderdom van onze binnenstad.

Wat blijft zijn natuurlijk de herinneringen. Niet alleen aan gebouwen, ook aan wat er zich in afspeelde. Zo was er eind zestiger jaren een stageloper werkzaam bij boekhandel Waanders, aan de Grote Markt.  Het was een lid van de familie Dekkers, die ook een boekhandel hadden en wel in Dordrecht. Hij kon bij Waanders ervaring opdoen. Op een avond vertelde hij ons dat er een klant de winkel was binnengekomen die vroeg of ze ook een boek hadden van “de Vorsiete Saché”.

Hij moest er even over nadenken maar herinnerde zich ineens een televisieserie en wist dat het over het boek van John Galsworthy moest gaan: “The Forsyte Saga”.

07-11-2022

 

Zerboltstraat


048 ZERBOLTSTRAAT bew

De Hogenkampsweg –  vernoemd naar de buurt Hogenkamp –  kent een rotonde. Die ter hoogte van Snackbar Paradiso aan de ene kant en de Jumbo en kapsalon aan de andere kant. En juist aan die andere kant begint de Zerboltstraat die dan weer bij het Simon van Slingelandtplein eindigt. ‘t Is een straat met slechts weinig woningen aan de rechterkant, aan de linkerkant veel panden met een bedrijfsmatige functie.

De straat is trouwens vernoemd naar ene Gerard Zerbolt van Zutphen. Hij was, wat men noemt, een geestelijk schrijver en leefde, niet zo lang, van 1367 – 1398.  Desondanks weten we dat zijn werken zeer gewaardeerd werden door ondermeer Maarten Luther en Thomas à Kempis.

Zoals zijn naam al doet vermoeden is hij geboren in Zutphen en opgegroeid in een welgestelde familie. Hij voelde zich erg aangetrokken door de geloofsrichting van De Moderne Devotie en werd lid van de kloosterorde “Broeders des Gemenen Leven”.

Op bezoek, vanuit het klooster in Deventer, overleed hij in het klooster van Windesheim, binnen enkele uren aan de pest. De broeders van het klooster  begroeven hem direct in hun kapel, zodat zijn eigen kloostergenoten uit Deventer hem niet meer konden ophalen. Of dat allemaal devoot is gegaan,  of misschien voor die tijd modern, ik heb er geen oordeel over.

Jaren later ging het er in de Zerboltstraat wel modern aan toe. In de school die tot voor een aantal jaren terug op de hoek stond – nu een appartementencomplex – bedachten de leerlingen van een schoolklas, waaronder mijn dochter, dat ze wel eens vierentwintig uur op school wilden blijven.

Dat zou hen, in hun ogen, vast ervaringen rijker maken dus werd er aan de schoolleiding om toestemming gevraagd. Het mocht op voorwaarde dat er ‘s nachts één van de ouders aanwezig zou zijn. U begrijpt het al, op verzoek van die klas, en vooral van mijn dochter, werd ik die uitverkoren ouder.

Aangezien het een klas was met veel meiden en slechts twee jongens,  leek het mij veilig genoeg om rond de klok van twaalven een rustig plekje op te zoeken en een paar uurtjes in een slaapzak de ogen te sluiten.

Of er ook ouders waren die over mijn slaapje ooit iets vernamen? Ikzelf heb er nooit iets over gehoord. Het had ook geen dodelijke consequenties en daarom heeft misschien ook iedereen het stilzwijgen bewaard.

03-11-2022

 

Industrieweg


047 INDUSTRIEWEG bew

Als je vroeger in deze tijd van het jaar over de Schuttevaerkade richting Holtenbroek reed, rook je plotsklaps de geur van speculaas. Dat was ter hoogte van de Pannekoekendijk. Tot de jaren zeventig heette het verlengde van die Schuttevaerkade nog Industrieweg. Maar zoals zo vaak moest na vertrek van een burgemeester, dit keer burgemeester  Roelen, er weer een straat vernoemd worden. Aan de andere kant van de Zwartewaterallee, is de historie nog een beetje bewaard, daar is nog steeds een stukje Industrieweg te vinden.

Eerlijk gezegd frustreert het mij een beetje dat straten een andere naam krijgen. Omdat het voor de buurt beter lijkt of omdat iemand ermee geëerd moet worden. Er komen toch vaak genoeg nieuwe straten bij? Waarom moet er een stukje van Zwolles historie verdwijnen?  ‘t Is mij een compleet raadsel.

Terug naar die oude Industrieweg waar op de hoek met de Pannekoekendijk de fabriek van Banketbakkerij Boom BV stond. Een familiebedrijf waar veel producten werden vervaardigd die in de supermarkten van destijds verkocht werden. Vandaar zo tegen december die speculaasgeur.

Zelf vond ik het wel een goede combinatie met de koffiegeur die van de overkant van het water kwam. In de jaren tachtig van de vorige eeuw verhuisde het bedrijf, waarschijnlijk uit expansiedrift naar de Schoenerweg en de koffiebranderij, in de jaren negentig, naar de Marslanden.

In het oude pand vestigde zich de Taxicentrale Zwolle, die daarvoor, als Taxi Westemeijer,  in allerlei oude loodsen in de buurt van de huidige Mussenhage gevestigd was. Uit de voormalige banketfabriek moest alle apparatuur verwijderd worden. Daarna bleef het pand als een enorme smeerboel achter. Ik heb er toen eens mogen rondkijken. Daarna heb ik lang geen fabrieksgebak aangeraakt, kan ik u vertellen.

Boom BV in Westenholte is trouwens in 2006 overgenomen door hun collega Frijling in Dalfsen. Het pand van de Taxicentrale is later gesloopt ten behoeve van een paar studentenflats en de daarmee gepaard gaande verandering van het kruispunt op die hoek.

Hoewel er intussen al enige malen geprobeerd is dat kruispunt, een rotonde, te verbeteren.

Er lijken parallellen te zijn tussen het gebak, de naamsverandering en dat kruispunt. Het schijnt allemaal beter te kunnen.

31-10-2022

 

Wolweverstraat


046 WOLWEVERSTRAAT bew

Als je aan oudere Zwollenaren vraagt, waar kent u de Wolweverstraat van?, dan vermoed ik dat er een grote kans bestaat dat u als antwoord krijgt: Van “Spieker Jansen”.

Niet dat er niets anders te beleven zou zijn. Want op de hoek van die straat met het Gasthuisplein, daar waar nu een winkel van de Spar in gevestigd is, zat lang de Likeurstokerij van Doyer en van Deventer. Dat is zelfs nog te lezen op de gevel.

De Wolweverstraat is ook bekend van de Doopsgezinde Kerk. Alhoewel je hebt nauwelijks in de gaten dat hier een kerkgebouw staat. Vanaf de straat gezien lijkt het eerder een groot, klassiek huis met een wit gepleisterde gevel. In de 16e eeuw werden de doopsgezinden als een bedreiging voor de bestaande religieuze orde gezien. In 1583 is er nog een verbod uitgevaardigd door het Zwolse stadsbestuur op het houden van geheime samenkomsten door de doopsgezinden. Heel geleidelijk verschoof de houding van vervolgen naar gedogen en in 1638 kon de Zwolse gemeente een kerkgebouw laten bouwen. In januari van dat jaar werd een stuk grond gekocht voor 525 gulden. Achter of in de bestaande huisjes werd een ruimte voor samenkomsten ingericht.

De Wolweverstraat, werd vroeger ook wel Wullenweverstraat genoemd, omdat hier tussen 1400 en 1500 wolweverijen waren gevestigd. Daarvoor heette de straat de Heilige Geeststeeg omdat het uitzag op het in 1308 opgerichte Gasthuis van de H. Geest.

Aan het andere einde van de straat zat de zaak in ijzerwaren van C.W. Jansen, in de volksmond Spieker Jansen genoemd. Een mooie naam voor een zaak waar zelden “nee” verkocht werd. Met vierhonderdvijftig laatjes met ijzerwaren, naar men zei. Maar misschien werd de zaak ook wel zo genoemd om onderscheid te maken met Kousen Janssen en Suker Jansen. Wie zal het zeggen ?

Om de hoek, in de Walstraat woonde ene Th.Jansen, die handelde in brandkasten en aanverwante zaken. Waarschijnlijk was het familie van Spieker Jansen. ‘t Bijzondere van deze Th. Jansen was wel dat hij zijn eigen grafkist maakte, die daarna jaren in de voorkamer, op ingebruikname, heeft staan wachten.

En u mag raden wie de nagels aan die doodskist leverde.

27-10-2022

 

Nieuwstraat


045 NIEUWSTRAAT bew

Ooit was deze straat bekend als de Nye Diezerstraat, de Nieuwe Diezerstraat, maar dat is in de loop der tijd versimpeld tot Nieuwstraat. ‘t Was wel een heel oude,  en vroeger een belangrijke, straat in de binnenstad van Zwolle. Maar toen er steeds meer gemotoriseerd verkeer kwam, bleek de straat al gauw te smal.

Toen het gemeentebestuur meende dat deel van de binnenstad te vernieuwen is er driftig gesloopt en zowel mooi als heel lelijk herbouwd. Daardoor lijkt de Nieuwstraat van nu niet meer op die van het verleden, maar is meer de “bezorgstraat” voor de winkels in de Diezerstraat geworden.

Het pand op nummer 50 en 52,  waarin nu opticien Hans Anders zijn magazijn heeft, werd in 1917 als telefoon-telegraafkantoor gebouwd, van waaruit het telefoonverkeer in Zwolle werd geregeld. Op een oude foto zag ik dat er dames met snoertjes en stekkers in de weer waren om verbindingen tot stand te brengen.

Het pand is volgens vakmensen gebouwd in een sobere Art-Nouveaustijl. In de voorgevel bevindt zich een tegeltableau, waarvan de oorspronkelijke tekst “telephoonbureau” is overgeschilderd en daardoor niet meer herkenbaar is.

In ons ouderlijk huis hadden we, omdat dat zakelijk van belang was, al vroeg telefoon. Het telefoonnummer bestond uit vier cijfers, te weten 3127. Zwolle kon dus, je kon het zo uitrekenen, maximaal “maar” 9999 abonnees hebben. Vandaar dat we al gauw allemaal een vijfcijferig nummer kregen. Bij ons werd er eenvoudig het getal “1” voor gezet. Grote reclamecampagnes waren voor dat soort veranderingen niet nodig.

Pas toen de mobiele telefonie zijn intrede deed, werd wereldwijd besloten de boel op elkaar af te stemmen en zo kregen we  als abonnee een tiencijferig telefoonnummer. Men koos toen wèl voor veel reclame onder het motto: “Deci-bel”. Die kreet is niet echt aangeslagen, maar de datum waarop die nummers in gingen  wel, op 10-10 in het jaar 1995.

Toen in Zwolle ooit werd overgeschakeld van een vier- naar een vijfcijferig nummer regelde een bekende makelaar in Zwolle dat zijn telefoonnummer: 12345 werd. Dat was makkelijk te onthouden, werd gedacht, en dat was ook zo.

Waar niet aan gedacht was, vermoed ik, dat ze ook heel veel gebeld werden door kleine kinderen die voor het eerst een telefoonnummer probeerden te draaien. Die dachten dat het willekeurig was. Ik weet dat de makelaar er vaak sikkeneurig van was.

24-10-2022

 

Terborchstraat


044 TERBORCHSTRAAT bew

Een oom en tante van mij woonden een deel van hun leven in Terborg. Als klein jongetje dacht ik, als men het over de straat van vandaag had, dat het dan indirect over mijn familie ging. Na éénmaal de naam te hebben gelezen, wist ik beter en leerde dat het over de straat ging die in 1882 aangelegd en vernoemd is naar de Zwolse (kunst-) schildersfamilie Terborch.

De aanleg van deze weg, tussen het station en de singel aan de stadsgracht, had letterlijk nogal wat voeten in de aarde.  De straat doorkruiste de wandelplaats die door de zeven alleetjes werd gevormd en was voor de gebruikers van die paden een enorme aderlating.  Dat wandelgebied werd gevormd door ondermeer zeven rijen lindebomen van verschillende lengtes. De huidige naam Zeven Alleetjes verwijst er nog naar.

Net als tegenwoordig was op die verandering behoorlijk commentaar, temeer daar in de Terborchstraat zich eigenlijk alleen welgestelden gingen vestigen. Kortom, het lijkt een bewijs dat de geschiedenis zich herhaald.

Als elfjarig jongetje moest ik me op advies van de huisarts maar eens vervoegen bij een  oogarts. Opticiens, er waren er in Zwolle enkele, leverden brillen op doktersrecept, daarom kozen mijn ouders voor mij een oogarts, en wel in die Terborchstraat.

In een deel van zijn, toch wel riante, woonhuis hield hij spreekuur. Zoals in die tijd gebruikelijk, diende je, als ziekenfonds patiënt, die geen afspraak mocht maken, in de wachtkamer te gaan zitten tot je aan de beurt was. In de gezondheidszorg was dat wachten, op vele terreinen, heel gewoon. ‘t Was welhaast een rare vorm van discriminatie want je had geen keuze, je was verplicht verzekerd, zeker als je in loondienst werkte.

Het is mij, in de tijd dat ik er regelmatig zat te wachten, tweemaal voorgekomen dat de oogarts, in marstempo door de wachtkamer beende. Hij zei dan dat we meer geduld moesten hebben want hij werd weggeroepen voor een spoedgeval in het ziekenhuis. Gelukkig zijn dit soort vreemde constructies verdwenen en is er geen standsverschil meer tussen patiënten.

Dat veel artsen, zoals bijvoorbeeld de oogartsen, meer dan een prima inkomen hebben en hadden, bleek mij destijds al. Ik misgun het ze niet. Maar ik  vraag me wel eens af of alle mensen die “gestudeerd” hebben zich vaak genoeg realiseren dat die opleiding mede mogelijk is gemaakt door de Nederlandse belastingbetaler, ook hun patiënten dus.

20-10-2022

 

Marsweg


043 MARSWEG bew

Deze weg leidt, ik denk, naar één van de oudste industrieterreinen van Zwolle, de Marslanden. Heel lang klein gebleven met, voor de  toenmalige Zwollenaar, een paar bekende bedrijven. Ondermeer de Enkabé, een organisatie met een aantal kruidenierswinkels, ze hadden er een distributiecentrum. Buttinger, een groothandel in sanitair, had er een pand op de plek waar nu de brandweer zit. En Stibbe, een verkoper van papieren bekers en daaraan verwante zaken, die ondermeer de KLM als klant had.

De eerder in de binnenstad gevestigde meubelzaak Eikelboom verhuisde er naar toe toen de Marslanden in een sneltreinvaart zich tot een groot en gevarieerd bedrijventerrein begon te ontwikkelen, ondermeer door de komst van de nieuwe Zwolse wijk Zwolle-Zuid.

Bij het afslaan vanaf de Hortensiastraat de Marsweg op is al snel aan de linkerkant opvallende bebouwing te vinden. Ondermeer een rood gebouw met op het dak een koepel waaronder een sterrenwacht te vinden is. Dat is een onderdeel van het milieupark De Nooterhof, dat een bezoekje meer dan waard is.

Het is vernoemd naar een Zwolse P.v.d.A. wethouder, de heer A.J. Nooter die die functie vervulde van 1954 tot 1970.  Ik vermoed, ik heb het niet nagezocht, dat de man woningbouw in zijn portefeuille had. Hij is namelijk ook te vinden op foto’s die gemaakt zijn bij het heien van de eerste paal van de wijk Holtenbroek in 1958. Daarnaast herinner ik me protesten tegen zijn woningbeleid, die uitmonden in kreten als: “Wethouder Nooter maakt de woningnood groter!”. Dat maakte. ondermeer op mij, grote indruk omdat de man, de heer Nooter dus, bijna onze buurman was. Dat voelde een beetje als een aanval op onze straat.

Wat ook blijvend in mijn herinnering vast ligt is het moment dat de heer Nooter, net zijn rijbewijs gehaald hebbend, voor het eerst met zijn nieuw aangeschafte auto de straat in kwam rijden, in een rijstijl die geheel bij hem paste, heel voorzichtig.

Zolang hij bij ons in de straat woonde bleef hij een voorzichtige rijder. Als kinderen zeiden we destijds, wel zachtjes trouwens: “Wethouder Nooter stapt  bij het naderen van een straathoek zijn auto uit, om om die hoek te kijken of er wat aankomt.”

Of hij als wethouder ook zo voorzichtig was, kan ik u niet vertellen. Het lag nog buiten mijn interessegebied.

17-10-2022

 

Luttenbergstraat


042 LUTTENBERGSTRAAT bew

Na de komst van de Hanekampbrug heeft de Luttenbergstraat pas echt betekenis gekregen. Helemaal nadat besloten werd het Provinciehuis in de Diezerstraat te verlaten en te verhuizen naar een nieuw te bouwen pand aan die Luttenbergstraat.

Deze straat is vernoemd naar ene Gerrit Luttenberg, geboren in 1793. Die groeide op in, wat genoemd werd, een armlastig gezin.  Dr. Jan ter Pelkwijk – ik schreef er onlangs nog over –  ontdekte dat de jongen ijverig en vooral erg intelligent was.  Daardoor kon hij al in 1809 als jongste bediende terecht op de secretarie van de gemeente. Hij was op veel terreinen actief en werd, mede daardoor, in 1832 de secretaris van het gemeentebestuur.

De Luttenbergstraat liep in de eerste jaren van de Hanekampbrug tot aan de Assendorperdijk, aan de achterkant van het Dominicanenklooster.  Daar begon de Bartjensstraat, genoemd naar de onderwijzer bekend van zijn rekenboeken. Hij werd in Zwolle schoolmeester aan de Franse school in 1618 en overleed 20 jaar later op bijna tachtigjarige leeftijd.

In 1963 werd die Bartjensstraat met  al z’n kleine huisjes gesloopt ten behoeve van nieuwbouw van het Rooms Katholieke Ziekenhuis / Ziekenhuis De Weezenlanden en kon de Luttenbergstraat doorgetrokken worden tot de Assendorperstraat. Daar waar de Luttenbergstraat toen ophield stond het bekende zusterhuis, waarvan de gevelsteen met de barmhartige Samaritaan nu terug te vinden is op de nieuwbouw na de sloop van het zusterhuis.

Door die sloop kwam de Dominicanenkerk ook beter in het straatbeeld te staan en dat verbeterde opnieuw nadat de hoogbouw van het ziekenhuis daar in het vorige decennium verdween.

Op de hoek van de Assendorperdijk en de Luttenbergstraat, in een deel van de bijgebouwen van het klooster is een aantal jaren het Nel Banninkhuis gevestigd geweest. In de jaren dat ik in “De Weezenlanden” werkte, had ik zicht op dat opvanghuis voor daklozen, onderdeel van het Leger des Heils.

Het meest opvallende, wat ik daar zag, was toch wel dat de daklozen, die in dat tehuis  geen alcohol mochten drinken – regel van het Leger des Heils –  voordat ze naar binnen gingen nog gauw een paar flesjes bier achterover sloegen. Hoewel de meesten van hen het zich eigenlijk niet konden permitteren, gooiden ze de lege flesjes, en dus het statiegeld, in de naburige struiken.

‘t Zal de weelde van het teveel aan alcoholgebruik wel zijn geweest.

13-10-2022

 

Maatgravendijk


041 MAATGRAVENDIJK bew

Aan het eind van de Kranenburgerweg bevond zich, tot voor een aantal jaren, Restaurant Van der Valk. In Zwolle nog bij velen bekend als “De Toerist”.  Niets van dat roemrijke verleden is er weer te vinden, alleen een braak liggend stuk grond dat voor een groot deel de parkeerplaats van het etablissement was.

Die parkeerplaats voorbij begint zo’n beetje de Maatgravendijk, die eind jaren negentig die naam heeft gekregen genoemd naar het buitendijkse land dat de Maatgrave heette. Een mate is trouwens van oorsprong een stuk grasland dat bij hoogwater onderloopt.

De Maatgravendijk gaat al gauw over in een wandel en fietspad en eindigt bij de sluis, “Het  Nieuwe Verlaat”. Een sluisje waar het kanaal de Nieuwe Vecht uitmondt in de Vecht. Over het sluisje heen begint de Maatgravenweg en is als het ware het verlengde van de weg “Tussen de Verlaten”, die weer aan de Kuyerhuislaan begint.

Mijn vader, een verwoed tuinierder, leerde in het begin van de jaren 2000 een bewoner van het huis bij “Het Nieuwe Verlaat” kennen. Hij is er een paar maal op bezoek geweest omdat de toenmalige eigenaar een, in mijn vaders ogen, prachtige tuin had aangelegd, en dat was weer een inspiratiebron voor zijn eigen hobby.

Dat het huis  de vroegere sluiswachterswoning was, zal voor de huidige, een nieuwe, bewoner vast ook een inspiratiebron zijn geweest. Hij heeft een en ander grondig verbouwd waarbij de tuin ook een heel ander uiterlijk heeft gekregen. Gelukkig heeft mijn vader dat niet meer meegemaakt, het zou hem zeer aan het hart zijn gegaan.

Voor ons, mijn Janny en mij, is een wandeling over de Vechtdijk, een graag gedane activiteit. En zo lang er geen bouwactiviteiten zijn op het voormalig horecaterrein, is dat een mooi punt, om de auto te parkeren en aan het “Verlatenrondje” te beginnen. Het is een prachtig natuurgebied met mooie vergezichten.

Er zit, vind ik, een behoorlijk minpunt aan zo’n wandeling. Dat is, helaas bij voorduring, het verkeerslawaai. De bron van dat kwaad is toch wel het verkeer op de A28 en de brug in de Kranenburgerweg over de Vecht. Maar ja, met die factoren werd vroeger weinig rekening gehouden, alleen met het algemeen belang.

Soms –  bij zo’n wandeling bijvoorbeeld - kan ik aan dat algemeen belang een reuze hekel krijgen.

10-10-2022

 

Goudsteeg


040 GOUDSTEEG bew

Aan het eind van de negentiende eeuw, laten we zeggen, rond 1890 werd de naam van die steeg, veranderd van Goltssteeg in Goudsteeg. Ze is trouwens te vinden in de oude binnenstad van Zwolle, tussen de Sassenstraat en de Koestraat. Die naamsverandering, de steeg was vernoemd vernoemd naar de familie Golts,  kwam doordat men abusievelijk dacht dat het om een dialectvorm ging en dat vond men ongepast.

Het Zwolse stratenboek uit 1947 brengt mij aan het twijfelen omdat  daar gemeld wordt dat de Goudsteeg genoemd is naar de goudsmeden die er rond 1500 gevestigd waren en voor die tijd de Hovesche steeg genoemd werd.

Wat ik wel heel zeker weet is dat er tot 1973 de David Wijnbeek Mulo gevestigd was  –  mijn Janny en een zus van me, mochten er vertoeven  –   en dat op de hoek van die steeg en de Sassenstraat slager Spruit zijn zaak had. Die stond bekend om zijn verkoop van soep in flessen, met als winterse specialiteit zijn snert. Nu wordt in dat hoekpand dameskleding verkocht.

Tot op de dag van vandaag, ben ik in het gelukkige bezit van 5 zussen. De oudste twee gingen na de lagere school naar de Marnix Mulo in Assendorp. Kerkelijk voor de hand liggend zou in die tijd geweest zijn dat ze naar die David Wijnbeek Mulo gingen. Echter over de toenmalige directeur daarvan, gingen verhalen dat hij nog wel eens, letterlijk, zijn pupillen hardhandig de les las. Vandaar die andere schoolkeuze.

Totdat de heer Maat directeur van de David Wijnbeek Mulo werd. Een heel zachtaardige man. Dus besloten ons pa en ma, uit principiële overwegingen, dat zus nummer drie niet  op de Assendorperdijk maar in de Goudsteeg haar Mulo-opleiding moest gaan doen.

Achteraf kun je zeggen dat het mijn Janny en mijn zus geen kwaad heeft gedaan, de jaren op de Wijnbeek.  Of mijn zus het altijd even leuk gevonden heeft? Ze had wel heel andere schoolverhalen dan de eerste twee, da’s een ding dat zeker is.

Maar misschien vond ze de hele Goudsteeg, net als de soep van Spruit, wel snert. ‘t Wordt tijd dat ik haar dat eens ga vragen.

06-10-2022

 

Gennestraat


039 GENNESTRAAT bew

De Gennestraat is te vinden in de wijk Diezerpoort. Ik vermoed dat, op de binnenstad na, de Diezerpoort tot één van de oudste wijken van Zwolle gerekend mag worden. Het was een drukke wijk en ‘t was helaas ook een, wat we nu, een “sociaal zwakke wijk” zouden noemen.

Toen in de tweede helft van de 19e eeuw de gemeente startte met het opknappen van de buurt, werd allereerst een school gebouwd. Wegen en straten werden verbeterd en kregen ook een gunstiger naam. Zo werd de “Duistere Steeg” omgedoopt tot Schoolstraat, de “Poepershoek” werd Holtenbroekerweg en de “Bothof” werd omgezet naar Warmoesstraat . Dat laatste genoemd naar de groenteboeren (warmoezeniers) die er woonden.

Op de hoek van deze Gennestraat met die Warmoesstraat staat een, in mijn ogen bijzonder gebouwtje. Op de oorspronkelijke voorkant staat nog te lezen “Wees een zegen”, van oorspong als kerkje gebouwd maar al snel omgevormd tot verenigingsgebouw.

Jarenlang is het eigendom geweest van de Gereformeerd Synodale Kerk in Zwolle, die het ondermeer gebruikte om de Stichting Evangelisch Jeugdwerk onderdak te verschaffen. Daardoor kreeg het gebouw officieel de naam  “de Tille” maar in de volksmond heet het nog steeds “Wees een Zegen”. De laatste decennia staat op het bordje naast de voordeur, nu aan de Gennestraat 1, dat de Biljartclub “De Pomerans” er zijn domicilie heeft.

In de begin jaren tachtig was ik ooit op bezoek bij een van de bewoners van de Warmoesstraat die vanuit hun woonkamer uitkeken op dit gebouwtje. Een groot deel van de wijk was al opgeknapt, zo ook het huis van de mensen waar ik op bezoek was.

Alleen het huis van de buren verkeerde nog in oude staat en had wel heel bijzondere bewoners. Hun voordeur, om iets te noemen, was van onder tot boven en van links naar rechts bespijkerd met kroonkurken. U begrijpt het wel, ze waren van het merk dat begint met een H en eindigt op eineken.

Wat ook opvallend was dat deze buren, tenminste die van het mannelijk geslacht, hun sanitaire stops het liefst in hun achtertuin deden. En zo begrijp ik ook ineens waarom in deze buurt een deel “de Poepershoek” werd genoemd.

03-10-2022

 

Schuurmanstraat


038 SCHUURMANSTRAAT bew

Omdat de sloop van de woningen in deze straat werkelijk is begonnen, leek het me raadzaam nog gauw een foto te maken. Want voor veel Zwollenaren geven deze en de paar omliggende straten veel stof tot herinneringen.

De straat is trouwens vernoemd naar ene Luloff Nieuwhout Schuurman die van 1847 – 1875 gemeentesecretaris van Zwolle is geweest. Wel wonderbaarlijk dat deze informatie niet te vinden is op de straatnaambordjes van de Zwolse gemeente.

Mijn eerste kennismaking met deze straat dateert zo ongeveer uit de beginjaren zestig, toen ik daar een behandeling mocht ondergaan van de fysiotherapeut Immink. Heilgymnastiek en massage kreeg ik voorgeschreven. Of die heilgymnastiek nog steeds wordt toegepast, het is me onbekend. Ik zou het kunnen checken want in het pand van destijds werd, tijdens het fotograferen, nog steeds aan fysiotherapie gedaan. Geloof ik.

De Schuurmanstraat is bij veel Zwollenaren bekender doordat het politiebureau er gevestigd was. Het verving het wel heel erg verouderde politiebureau in de Lombardstraat vlakbij het stadhuis.  Het bureau in de Schuurmanstraat is bij mijn weten rond 1970 in gebruik genomen. Na de grote reorganisatie van de politie is er een nieuw bureau aan de Koggelaan gebouwd en het oude in 2005 alweer gesloopt.

Het “nieuwe“ bureau aan die Schuurmanstraat had iets heel bijzonders. Een, wat genoemd werd, schietbioscoop. Om schietvaardig te blijven, kon er in de kelder geschoten worden op filmbeelden, om zodoende de praktijk goed te kunnen nabootsen. De filtmbeelden werden op scherm, van twee lagen wit papier, geprojecteerd. Op het geluid van het schot stopte de film, ging er licht aan achter het scherm en kon daardoor het ontstane kogelgat herkend worden. Daarna verschoven de lagen papier iets van elkaar waardoor het gat gedicht werd.

Prachtig en geheel van deze tijd, dacht men toen. Ik heb een paar van die schietoefeningen mogen meemaken. Al heel gauw ontdekte men – en het was heel flauw voor de aan de beurt zijnde schutter –  dat als je, op bijvoorbeeld een spannend moment in de film, hard kort in je handen klapte de film ook stopte. De microfoon voor het geluid van het schot stond duidelijk niet goed afgesteld.

Het spektakel heeft niet lang geduurd. Men kwam al snel tot de ontdekking dat de kruitdampen in de schietkelder nu niet voor de meest gezonde werksfeer zorgden. Dus was het gedaan met de pret.

29-09-2022

 

Ceintuurbaan


037 CEINTUURBAAN bew

Soms is, zoals bij het schrijven van deze serie verhaaltjes, het boekje uit 1947:” Zwolsche Straatnamen”, uitgegeven door de NV Uitgeversmaatschappij W.E.J. Tjeenk Willink uit Zwolle, heel nuttig.  Bij de Ceintuurbaan staat echter: “Aldus genoemd omdat hij als een ceintuur om de stad loopt.”  Bij die tekst heb ik zo mijn twijfels.

In de jaren vijftig begon ter hoogte van (v/h) Philips een stukje weg met gescheiden rijbanen. Het eindigde bij het Openluchtbad met aan de overkant het Gemeentelijk Sportpark. Nog geen kilometer lang was het. Om dan te spreken van een ceintuur om de stad ?

De thuishaven van PEC-Zwolle heet tegenwoordig het Mac3park-stadion. Zoals gezegd, destijds was het eigendom van de gemeente. Een aantal clubs voetbalden er en aan het eind van het voetbalseizoen, was er op een zaterdag Concours Hippique, of zoals een oude buurvrouw zei: Koers Hippe Kee.

Met het huidige voetbal, de veel hogere techniek bijvoorbeeld, is zo’n concours onvoorstelbaar. Waarschijnlijk komt uit die tijd dan ook de term “knollenveld”, hoewel ik dat van paardenliefhebbers vast anders moet formuleren.

Mijn eerste interland voetbalwedstrijd maakte ik, als toeschouwer in die jaren vijftig, aan de Ceintuurbaan mee. Het was een vriendschappelijke wedstrijd van het Nederlands elftal. Wie de tegenstander was, ik ben het kwijt, wel weet ik nog dat de keeper Frans de Munck, bijgenaamd de Zwarte Panter –  omdat hij altijd in het zwart gekleed was – meespeelde. We zaten als jonge jongens aan de rand van het veld en we joelden als een van de twee keepers een doeltrap ging benutten. Uit meer dan dat bestond het supportersgeweld toen niet.

Een enkele keer werd op het sportpark ook een Taptoe georganiseerd. Bij mijn weten is zoiets rond 1990 voor het laatste georganiseerd. Want sinds de voetballerij in verband met de uitzendingen op televisie, niet zoals vroeger enkel op zondagmiddag worden gespeeld, zijn andere activiteiten, vermoed ik, welhaast onmogelijk.

Wat nu ook onmogelijk lijkt, is het blindelings oversteken van die Ceintuurbaan. Zoals gezegd, hield de Ceintuurbaan op bij het sportpark, dus oversteken was destijds een makkie. Er lag een grote fietsenstalling die zowel voor de voetbal als het zwembad gebruikt kon worden.

Daarna hield de bebouwing op, “het landje” begon, een zanderig terrein waar bijvoorbeeld na de kerstdagen door ons, jongens uit de buurt, menig kerstboom in rook is opgegaan.

Stiekem, dat wel !

26-09-2022

 

Van Karnebeekstraat


036 VAN KARNEBEEKSTRAAT bew

Deze straat oorspronkelijk Deventerstraat genoemd, vinden we tussen de Burgemeester Van Rooijensingel en de hoge spoorbrug. Pas in 1945 is de oud-burgemeester Jhr. Mr. Van Karnebeek geëerd met een naamswijziging van deze straat.

Nog niet zo heel lang geleden kwam ik tot de ontdekking dat deze straat twee “ingangen” vanaf de singel heeft. De bekende brede weg bij het verkeerslicht bij het pand van “Beter Horen”, dat met het balkon en de vier zuiltjes daaronder.

Maar er is, laat ik zeggen, ook het smalle pad, dat bij Snackcorner Norp. Met een paar grote herenhuizen, links een paar parkeerplaatsen en een losstaande woning met een mooie tuin. Tot mijn verrassing heet het daar ook Van Karnebeekstraat.

Eveneens tot mijn verrassing las ik gisteren dat die bekende Snackcorner Norp, bijna met onmiddellijke ingang is gesloten. Niet omdat Ton Norp, waarvan bekend is dat hij ziek is, het niet meer aan kan. Nee, de hoge gasprijzen nekken deze zaak. Jammer, ze waren toch bijna zeventig jaar beeldbepalend voor die hoek.

Er is door menig Zwollenaar een hartig hapje gegeten Een kroketje, een slaatje en niet te vergeten de alom bekende nierbroodjes. Nog niet zo lang geleden kon het ook nog door ze uit een automaat te trekken. “Uit de muur trekken” zo werd dat genoemd. Ook ik heb ervan genoten.

Nu ik dit van die automaat opschrijf, moet ik denken aan die twee Zwolse broeders die lang geleden op een avondcursus zaten. Na afloop, kwamen ze bij een collega van Norp langs, de in 1979 afgebrande zaak van Woolthuis op het Bethlehemsekerkplein. Daar trokken zij dan een hartige hap. Uitgegeten haalden ze soms de “grap” uit, om een kroket te trekken, er een hapje af te nemen en met de onbeschadigde punt naar voren, de kroket weer terug te leggen in het nog geopende vakje en de klep dan weer dicht te doen.  Daarna wachtten ze tot een andere klant die bijzondere kroket trok.

Als de pleuris losbrak, verlieten zij lachend het pand.  Ik heb er wel eens over gedacht deze grap te herhalen. Maar Norp was er de zaak niet naar. Toch wel van een ander niveau, denk ik. Persoonlijk vind ik de definitieve sluiting een gemis voor Zwolle, dat had u vast al gemerkt.

22-09-2022

 

Obrechtstraat


035 OBRECHTSTRAAT bew

Het is niet de eerste keer dat de Obrechtstraat in mijn verhaaltjes voorkomt. Het kan ook niet anders als je, zoals ik, er een paar jaar gewoond heb. Dan gebeurt er veel. Meest onbelangrijk, soms opvallend, soms heel bijzonder.

Vanuit onze flat keken we op het evenemententerrein, dat lag daar waar nu de parkeergarage van het Deltion en het kantoorgebouw De Hooglaer terecht zijn gekomen.

Keken we naar rechts zagen we, het Sweelinckplein met het winkelcentrum van Holtenbroek. Waar een AH, een Edah, sigarenzaak de Graaf, een blokkerachtige zaak van Nico de Heus, Drogist van der Grijp , Modezaak Blanken en van der Velde en natuurlijk het Café-Restaurant De Wolfskamp gevestigd waren.

Tussen het evenemententerrein  en het winkelcentrum stond een rijtje drive-in-woningen en was er een parkeerterrein. Dat was te bereiken via een weg in het verlengde van de huidige Wanningstraat. Ik schets u nu het beeld van de beginjaren zeventig, ruim 50 jaar terug.

Als bewoners van die flat waren we wel gewend aan de nodige reuring. Er was al behoorlijk veel verkeer op de Zwartewaterallee en A28. En natuurlijk, de zand/grasvlakte voor de deur heette niet voor niets het evenemententerrein, met een jaarlijkse kermis en soms een circus.

Toch was de knal van twee op elkaar vliegende auto’s een zeldzaamheid.

Op een namiddag hoorden we die, keken uit het raam en zagen op het zojuist beschreven kruispunt Wanningstraat/Obrechtstraat twee auto’s in een bijzondere stand.

Vanuit de Wanningstraat had een lelijke eend, een Citroën 2CV geen voorrang verkregen van een Fiatje 600. Achteraf bleken er geen gewonden gelukkig, en de situatie zag er danig komisch uit, de eerste seconden na de klap

De chauffeur van de eend zat, in een houding alsof hij nog achter het stuur zat, op de grond naast zijn auto. (De veiligheidsgordel werd pas verplicht op 1 juni 1975).  De Fiat 600 was ondersteboven terechtgekomen. De bestuurster was helemaal in paniek, durfde haar auto niet uit want, zo was duidelijk te zien, er vlogen wat parkieten rond in dat autootje. De vogelkooi, die ze blijkbaar vervoerde, voldeed na de klap niet meer aan zijn functie.

Het beeld staat nu me nog steeds glashelder voor ogen. Het was me op hetzelfde moment ook even helder dat ik nimmer een Fiat 600 of een lelijke eend aan zou schaffen. Laat staan een kooi met bijbehorende parkieten.

19-09-2022

 

Haersterveerweg


034 HAERSTERVEERWEG bew

De naam van deze weg zegt eigenlijk alles al. Al honderden jaren voert deze weg, in De Brinkhoek, de mensheid naar het voetveer over de Vecht, het Haersterveer.  Aan de andere kant van die Vecht ligt dan het buurtschap Haerst. Het veer is vooral bekend geworden door de bijzondere veerman, Jacob Versteegh, die vorig jaar op 21 september is overleden. Ik wil hem hier nog graag even noemen.

De Haersterveerweg voert sinds 1961 ook naar Camping de Agnietenberg en Het Theehuis De Agnietenberg.  En om een Agnietentrio te completeren, ook naar de Agnietenplas, ontstaan door de afgraving ten behoeve van zand voor de aanleg van de A28.

Via de Haersterveerweg is ook één van de twee begraafplaatsen, namelijk Bergklooster te bereiken, waar tegenwoordig extra aandacht wordt besteed aan Thomas à Kempis. Deze geestelijk schreef het wereldberoemde boek De Navolging van Christus. Dat deed hij in het in 1386 door devoten, eenvoudig gebouwde, Agnietenklooster. Kortom het is een weg naar een bijzondere plek.

In de uitwaarden van de genoemde Vecht, in een huis, verscholen in de bosrand, zeg maar het einde van de bewoonde wereld, woonde zo’n veertig jaar geleden een ouder echtpaar.  Tot de heer des huizes redelijk onverwacht midden in de nacht overleed, zo vertelde mij een van de beheerders van één van de twee begraafplaatsen in de buurt.

Hij werd daarom ‘s nacht telefonisch op de hoogte gesteld door de, zojuist weduwe geworden, vrouw des huizes. Ze kenden elkaar goed en daarom bood de man zijn diensten aan. Met “Moet ik niet even komen? Moeten we niet even een dokter bellen?”  en allemaal dat soort vragen. De weduwe wees alles resoluut van de hand.

“Toch kom ik even bij je langs, want dan maak ik even een bed voor je op op de logeerkamer” sprak de man nog goedbedoeld.

“Ach welnee!”, sprak de vrouw in kwestie, “ Ik schuif gewoon weer naast hem. Ik heb meer dan zestig jaar naast hem gelegen. Denk je dat dat nu niet kan ?  Morgen is er een nieuwe dag, dan regelen we alles wel!”

Sinds ik het verhaal hoorde, vind ik het spiritueel en past het heel goed bij het laatste deel van die Haersterveerweg.

15-09-2022

 

Koggelaan


033 KOGGELAAN bew

Misschien overdrijf ik nu lichtelijk, maar een fantasielozere straat dan de Koggelaan is in Zwolle moeilijk te vinden. Eind jaren negentig in Hanzeland neergelegd. Met grote gebouwen, zoals het politiebureau het stadskantoor en enkele kantoorkolossen. Ergens in het midden treffen we dan ook nog het Lübeckplein aan, dat onlangs in de NRC werd omschreven als het meest ongezellige plein van Nederland.

Het zal de naam te danken hebben aan het Hanzegebeuren waarnaar dit stadsdeel en een aantal straten is vernoemd. Naast de Koggelaan is er ook de Koggekade te vinden, een eerbetoon aan het schip dat voer tussen de Hanzesteden in Europa, naar ik aanneem.

In een van die kolossen, en wel op Koggelaan 59, is het Kadaster gevestigd. Een instantie die vaak te hulp geroepen wordt door bijvoorbeeld de Rijdende Rechters van Nederland. Het Kadaster weet, tot op de centimeter precies, te vertellen, welk stukje grond in Nederland van wie is en hoe lang dat al zo is.

Tegenwoordig wordt er vooral gemeten met behulp van GPS- en laser-meetsystemen gekoppeld aan computers.  Maar ik moet vooral denken aan de tijd dat de landmeters van het kadaster, toen nog een overheidsdienst, in zwarte kevers, merk Volkswagen, zich door het land spoeden. Nou spoeden….? Het woord “haast” stond destijds vast niet in hun werkboeken.

Vlak bij mijn ouderlijk huis, aan het eind van de Vondelkade, tegenover de molen de Passiebloem, had het kadaster een aantal garageboxen vanwaar ‘s morgen werd vertrokken en waarnaar ‘s middags weer werd teruggekomen. En wij als nieuwsgierige kinderen stonden regelmatig met de nodige aandacht dat komen en gaan gade te slaan. Toen al  is bij mij het beeld ontstaan waarop ik doel in de laatste regel van de vorige alinea.

Zo’n twintig jaar later leerde ik een landmeter van nabij kennen. Mijn beeld van zijn werkzaamheden werd daardoor niet gewijzigd. Hij was een zeer rustige en ook erg zekere man. Maar misschien lag dat ook aan zijn moeder. Hij was enig kind, en erg in de watten gelegd. Haar zorg om hem wordt wellicht het best uitgedrukt door, als ze  weer eens piekerde over haar zoon, haar veel gebezigde zin:  “En dan zul je d’r maar iene ‘ebben!”

Of het kwam doordat hij aan een trekvaart in onze regio is gaan wonen. Daarin vaart men nog trager dan met de, nog altijd boeiende, kogge.

12-09-2022

 

Badhuiswal


032 BADHUISWAL bew

Of de Zwollenaren ooit een heel proper volkje zijn geweest, ik waag het te betwijfelen. Het enige wat ik daar met zekerheid over kan vertellen, is dat er minstens drie badhuizen zijn geweest in Zwolle.

De oudste is die waar de Badhuiswal naar is vernoemd. Het heette daar eerder het Diezerpoortenbolwerk, maar werd ongeveer in 1860 omgedoopt tot Badhuiswal nadat ene Dr. J Schaepman er in 1842 op nummer 31 een badhuis stichtte, dat in 1865 alweer gesloten werd.

Het tweede mij bekende badhuis stond aan de Dijkstraat, daar waar nu een benzinepomp te vinden is, tegenover  ‘t Konkeltje en Hulzebosch.  Dat voor de benzinepomp gesloopte badhuis, had nadat het zijn functie verloor, als laatste gebruiker koffiebranderij Fransen die daarna naar de Hoogstraat verhuisde.

Het derde badhuis, was de afdeling stort- en kuipbaden, bevond zich op de begane grond van het Stilobad aan de Turfmarkt, wat lang hèt overdekte zwembad van Zwolle was.

Op de Badhuiswal was ooit op nummer 3 het kantoor van het AZZ, het ziekenfonds, te vinden. Het grote witte pand op het hoogste punt van de wal, waar nu ondermeer een reclamebureau is gevestigd, was een bolwerk van “protestantste activiteiten”.

Nummer 8 was “Het Bastion” officieel het jeugdgebouw van de Gereformeerd Synodale kerk en nummer 9 was het “Eigen Gebouw” waarvan een protestante stichting eigenaar was. Het CNV vergaderde er ondermeer.  Beide gebouwen konden niet bestaan zonder hun grootste bron van inkomsten: Bruiloften en partijen.  Heel wat Gereformeerde en Hervormde huwelijksfeesten zijn  daar gevierd. Dat de oorspronkelijke doelstellingen, de jeugd c.s., daardoor nog al eens uit het oog werden verloren, werd door menigeen voor lief genomen.

Mijn persoonlijke herinnering aan deze wal is toch wel vooral de jeugdsoos in de kelder van Het Bastion. Zondagsmorgens na de kerkdienst in de Oosterkerk, fietsten we naar de Badhuiswal om daar de wekelijkse bijeenkomst van de jeugdclub bij te wonen.  In de hoogtijdagen waren er zelfs 5 clubs, allen met dezelfde naam. Ikzelf zat op Videco 2, waarbij Videco stond voor “Vigliate Deo Confidentes” hetgeen betekent: “Waakt, op God vertrouwend”. Waarvoor we waken moesten? Weet U het, weet ik het!

Die Latijnse spreuk stond trouwens bij fotograaf Everaarts, nu Café “De Hete Brij” aan de Nieuwe Markt, hoog aan de gevel. Hoewel ik geen fotografisch geheugen heb, staat die spreuk daardoor toch wel in mijn geheugen gegrift.

08-09-2022

 

A-Plein


031 A PLEIN bew

Ofwel het Aaplein, zoals het rond 1900 geschreven werd, is te vinden in de oude binnenstad van Zwolle, als een zijstraat van de Vispoortenplas/Roggenstraat.

Tot 1993 was een van de markantste gebouwen van het plein de St. Michaëlschool, die in een verder verleden, tussen 1907 en 1951 de St. Jozefschool heette.

Waarom begin ik hierover? Toen ik enkele weken terug iets schreef over de Mevrouw Stoelstraat, meldde ik dat deze mevrouw op  de armenschool  had gezeten. Nu, deze St. Jozefschool had de bijnaam armenschool. Toen ik me een beetje verdiepte in de geschiedenis van die school, bekroop me het gevoel dat “armenzorg” ook toen al niet teveel mocht kosten. Ik moet zeggen, dat gevoel heb ik over de huidige ook.

Zo las ik dat de school, gebouwd in 1907, pas in 1929, naast twee nieuwe lokalen ook werd uitgebreid met een toiletgebouwtje. Waar en hoe leerlingen en personeel daarvoor hun behoefte kwijt moesten zien te raken, laat ik graag aan uw verbeelding over.

In 1993 is de school afgebroken en op de vrijgekomen plek is een wooncomplex voor ouderen neergezet.  Het grote witte pand ernaast is, aan het aantal brievenbussen te zien, verbouwd tot een zevental appartementen.

Rond 1900 was dat het “Lokaal der Vereniging voor Christelijke belangen”, dat zo ls mooi omschreven staat met de woorden: “een gelegenheid tot het houden van openbare of bijzondere  bijeenkomsten.”  Een aantal zussen van mij zat in hun tienerjaren op het Chr. Gemengd Koor “Gloria Patri”, dat destijds repeteerde in dat witte Lokaal  der Vereniging.

Ikzelf heb rond 1972 heel kort meegezongen op dat koor dat toen onder leiding stond van de Kamper organist en dirigent Willem Hendrik Zwart. Ongetwijfeld een zeer muzikaal man. In het dagblad Trouw werd hij ooit de “Bach aan de IJssel” genoemd.

Hij had de wel wat vreemde gewoonte om tijdens één en dezelfde repetitie de koorleden toe te roepen: “Kijk maar naar mij, want muziek lezen kunnen jullie toch niet!” en even later: “Nou doen jullie het weer fout ! Je kunt toch noten lezen ?”

Als hij dat eerste daar rond 1900, in die armenschool, geroepen zou hebben, had hij misschien ook al ongelijk gehad.

05-09-2022

 

Molenweg


030 MOLENWEG bew

Deze straat dankt haar naam aan de korenmolen die ooit aan het begin ervan heeft gestaan en die rond 1850 is gesloopt. Uitgaande van de huisnummers moet die molen dus ergens op de hoek van deze weg en de Van der Laenstraat hebben gestaan.

De huisnummers lopen trouwens op tot bijna 300, waarmee de Molenweg, vermoed ik, één van de langste straten met lage bebouwing is. Met wel heel verschillende “onderdelen”.

Zo behoort het eerste deel, tussen de Van der Laenstraat en de Assendorperstraat, tot wat de Zwollenaar “de spoor’azenbuurte” noemde. De wijk waar veel medewerkers van de grote werkplaats van de Spoorwegen, woonden. Het vervolgdeel verandert naarmate de Hortensiastraat genaderd wordt. De huizen worden, dan wel niet spoorslags, maar wel gestaag groter, luxer, mooier.

Ik heb er wel eerder over gesproken. De liefde leerde mij oud-Assendorp kennen. Met name dat eerste deel van de Molenweg en de buurt erom heen. Er waren veel kleine neringdoenden, om dat mooie woord maar eens te gebruiken, in de tijd dat de grote supermarkten nog niet toonaangevend waren. Mijn eerste schoonvader had er een slagerij en daardoor werden vele mensen in de buurt gekend.

Was het niet van naam dan wel om iets bijzonders. Zo kwam er elke dag een man in de slagerij die omschreven werd als “twee ballegies”, dan wist je wie er bedoeld werd. De man die elke keer weer tegen de slager zei: “Doe mij maar twee van die ballegies.” en dan gaf de slager hem twee biefstukjes-tartaar mee.

Een collega slager in de buurt, werd aangeduid met: “Het christelijk nationaal rampenfonds”, omdat hij jaarlijks met de lijstcollecte voor dat doel door de buurt ging. Ik weet niet of hijzelf wist dat hij zo genoemd werd. Wel waren bijnamen vroeger heel gebruikelijk. Daardoor wist men precies over wie er gesproken werd. Hoe anders is dat tegenwoordig. De creatieve woordvondsten voor bijnamen zijn veranderd in creatieve ideeën voor vaak omfloerste algemene termen. Een handicap bijvoorbeeld, in wat voor grootte ook, is een beperking geworden.

Persoonlijk vond ik de meest opvallende bijnaam in die buurt,  wel voor de man de geboren was met, wat  een klompvoet wordt genoemd. Hij droeg daarom apart schoeisel, te weten een behoorlijk hoge schoen en liep moeilijk. Hij werd daarom “de striekbolte” genoemd.

01-09-2022

 

Turfmarkt


029 TURFMARKT bew

Het terrein wat nu bekend staat als Turfmarkt, was vroeger een onderdeel van de Bagijneweide, het gebied waarop Zwolle ondermeer het gebouw van de voormalige Rijks HBS bouwde. En omdat het grensde aan het Almelose Kanaal werd er in 1848 bepaald dat het de officiële losplaats voor turf zou zijn. Al dan niet helaas werd er weinig tot geen gebruik van gemaakt dus werd alles in 1880 teruggedraaid. Alleen de naam is gebleven.

Daarna  werd het een plek waar gevoetbald werd, waar evenementen gehouden werden. Zo kan ik me herinneren dat Circus Krone, destijds een wereldberoemd circus, er een paar maal zijn tenten heeft opgeslagen. En er was jaarlijks een kermis, waarvan toen de opbrengst  ten goede kwam aan de Vrienden van de Ambelt, ook bekend als de buitenschool.

Het werd helemaal prettig toen het plein bestraat werd.  Want tijdens regendagen was het terrein een grote modderpoel. Voor de kermis werden er soms metalen rijplaten neergelegd. Net als nu nog was dat in sommige gevallen zelfs gevaarlijk.

Door de bestrating werd het parkeren luxer en ook het kermisbezoek groeide er door. Wat ook groeide was het lawaai van de kermis. De geluidsinstallaties en daarbij behoren boxen werden groter en groter.

Degenen die er het meeste last van hadden, zullen ongetwijfeld de bewoners rond de Turfmarkt zijn, dan wel, zijn geweest.  Een circus is lang zo’n kabaalmaker niet als een kermis waarbij iedere attractie z’n eigen muziekinstallatie heeft.

Zo werd zondags  het kermislawaai tijdens diensten in de Oosterkerk ook als bijzonder hinderlijk ervaren. Er werd met de exploitanten afgesproken dat er geen muziek ten gehore zou worden tijdens de kerkdiensten. Ik kom nog maar zelden in de Oosterkerk, dus weet ik, eerlijk gezegd, niet of men zich nog steeds aan die afspraak houdt.

Ik kan me wel voorstellen dat het gênant is om tijdens een preek of gebed, gestoord te worden door schetterende muziek.  Ik heb het voor u nagezocht, we praten nu over de jaren zestig. Als de dominee destijds sprak over het belangrijkste gebod: “Heb u naaste lief als uzelf” en tegelijkertijd klinkt buiten de nummer 1 van de Nederlandstalige toptien:  Ria Valk met: “Hou je echt nog van mij, Rockin Billy” kan ik me goed voorstellen dat het wringt.

29-08-2022

 

Tuinstraat


028 TUINSTRAAT bew

Verscholen , zo’n beetje tussen de Hertenstraat, de Zuiderkerkstraat en de Van Karnebeekstraat, in oud-Assendorp ligt de Tuinstraat. Een straat die er, vermoedelijk, minder groen uitziet dan de “tuintjes” die vroeger op die plek lagen en waarnaar de straat is vernoemd.

Bekijk diezelfde straat op lucht- of satellietfoto’s, en er is eigenlijk niets meer weer te vinden van die voormalige tuintjes. Sterker nog, de Tuinstraat is een heel smalle straat, met hier en daar een groot pand. Zoals bijvoorbeeld op de nummers 10-12.

In 1919 werd dit bedrijfspand gebouwd in opdracht van Jan uit den Bogaard, die er een rijwiel-onderdelenfabriek in vestigde. Het in baksteen opgetrokken complex is gebouwd in een, wat ik me laat vertellen,  sobere expressionistische stijl, met geometrische versieringen.

In de bakstenen topgevel in het midden, was vroeger de tekst “Metaalindustrie” aangebracht. Oprichter Jan uit den Bogaard woonde van 1928 tot 1933 in het woonhuis naast het bedrijf. In de crisisjaren werd de rijwielfabriek gesloten en ging het pand in eigendom over naar de Fa. Troostwijk, een textielgroothandel. En in 1942 kwam het in handen van de Firma Hoogstraat, een groothandelaar in specerijen.

Uiteindelijk ging het 18 jaar later over in de handen van de Gebr. Ferwerda bekend van de  automaterialenhandel. Vanaf midden jaren tachtig stond het complex leeg, totdat het in 1989 werd verbouwd tot wooneenheden, waarbij de oorspronkelijke ingang werd dichtgemetseld.

In de dagen dat ik wat aan het lezen was over dit pand, kwam ik tot mijn verbazing onze vroegere fietsenmaker tegen. J.A.M. Jansen, die als opvolger van Klein Obbink, een winkel en werkplaats op de hoek van de Wipstrikkerallee en de Huygensstraat had. De man was intussen 91 geworden en woont nu ver buiten mijn gezichtsveld. Zonder anderen tekort te doen, ik geloof niet dat ik ooit een betere fietsenmaker gekend heb.

Hij kon het niet aanzien dat fietsen die hij in onderhoud had, “slecht bereden’ werden. Hij kon op je mopperen als de bandenspanning niet goed was. Kinderen met kapotte spaken werden vermanend, zo niet bestraffend, toegesproken zo van: “Je bent weer zomaar van de stoep af gereden. Ik weet zeker dat jouw ouders dat niet goed vinden.”  Kom nu nog eens om zo’n man.

‘t Aparte van zijn winkel/werkplaats was ook dat die winkel een tuin had. Niet een heel bijzondere, maar het was er eentje die er nu nog steeds is. Wat je van de vroegere Assendorper tuintjes niet kunt zeggen.

24-08-2022

 

Kamperstraat


027 KAMPERSTRAAT bew

De naam van deze straat is al in de zeventiende eeuw ontstaan, doordat deze straat toen naar de Kamperpoort leidde. De Kamperstraat ging via de Kampoortenbrug over in de Hoogstraat, die weer deel uitmaakt van één van de meest bekende Zwolse wijken, de Kamperpoort.

Menig Zwollenaar heeft zijn heil gezocht in die Kamperstraat. Was het alleen al om er catechisatie te krijgen, in het gebouw van de Nederlands Hervormde kerk, het latere kerkelijk bureau. Of het was om de Openbare Bibliotheek te bezoeken, door ons ook  wel de grote bibliotheek genoemd. Of men ging er uit eten in het, bij mijn weten, eerste Italiaanse restaurant van Zwolle, dat er sinds 1973 is gevestigd als “La Stalla”.

In de Kamperstraat kwam ik vooral in de bibliotheek. En toen ik vijftien of zestien jaar was.

Want bij de opvoeding, zo vonden mijn ouders hoorde, naast enige muzikale vaardigheid –  dus kreeg ik een blauwe maandag pianoles –  ook dansles. In die tijd had Zwolle daarvoor twee gerenommeerde instituten, Dansschool Drenth en Dansschool Wiering. Naar de laatste werden mijn zussen en ik gestuurd.

Achteraf ben ik heel  blij met dat beetje muzikale opvoeding en ook met het leren van de basisbeginselen van Quickstep, Engelse en Weense wals, Tango en zelf iets van de Veleda.  Maar ik vond het een verschrikking. Als ik er nu op terugkijk was het een truttige vertoning, met de jongens in minstens tweedelig pak met stropdas, de meisjes, de dames zoals de heer Wiering placht te zeggen, gerokt met nylons en schoenen met hoge hakken.

Het “afdansen” aan het eind van de cursus was nog wel te doen. Maar het meest verschrikkelijke waren de wekelijks terugkerende momenten dat de dames de heren ten dans mochten vragen. Voor mijn leeftijd was ik toen al veel te lang, was mager en heel onzeker. Ik hoorde beslist niet bij de favoriete mannelijke dansers, dat was elke week wel weer duidelijk.

Het gevolg was dat ik bijna elke week weer door hetzelfde meisje gevraagd werd. Het  moest klaarblijkelijk het, qua lengte, kortste meisje van de groep zijn. Het enige waarmee ik haar “leiden” kon, waren mijn handen op haar schouders. Zou ik “iets lagers” willen werd het bukwerk en dat was toen zeker ongepast.

Eén troost, hoewel het zeker gekund zou hebben, door mijn onzekerheid heb ik in die tijd op geen enkel meisje neergekeken. In tegendeel waarschijnlijk.

22-08-2022

 

Cornelis Houtmanstraat


026 CORNELIS HOUTMANSTRAAT bew

Als je het wilt hebben over straten  met een geschiedenis kom je niet om de Zeeheldenbuurt heen. Als was het alleen maar om de naamgevers.  Veel van die vroegere zeehelden, komen met de kennis van nu, in een ander daglicht te staan.

Ook van  Houtman wordt gezegd dat hij niet capabel bleek voor de taken die hij op zich had genomen in het kader van zijn reizen naar Oost-Indie.

Toch heb ik dierbare herinneringen aan de Cornelis Houtmanstraat. Ooit woonde er een van mijn eerste vriendinnetjes. Maar nog veel eerder speelde de straat een heel andere rol.  Niet alleen voor mij maar ook voor mijn medeleerlingen op de lagere school.

De Cornelis Houtmanstraat is een zijstraat van de Wipstrikkerallee en ter hoogte van die zijstraat stond onze lagere school, de Elout van Soeterwoudeschool. In die tijd een druk punt met veel verkeer.  Daarom werd er op school gebruik gemaakt van klaar-overs. Nee, het waren niet, zoals nu meestal het geval is, een stel ouders die klaar-overden. Het waren kinderen uit de hoogste klas. Of dat met toestemming van de ouders gebeurde, ik heb geen idee, maar mijn tweelingzus en ik, behoorden ook tot de uitverkorenen.

Het gaf je de kans de kruidenierswinkel, hoek Cornelis Houtmanstraat en Willem Barentszstraat – nu een gewoon woonhuis – te bezoeken, waar je voor heel weinig geld het toen in de mode zijnde snoep kon kopen. Wij woonden “aan de andere kant van de Wipstrik” en van school mocht je dan niet ongevraagd oversteken. Maar ja, als klaar-over…..

Op een vroege morgen, we waren aan het klaar-overen vonden we in de berm van de weg 3 losse centen. Net te weinig om ons favoriete snoep te kopen. Maar gelukkig daar kwam het hoofd van onze school, de heer Zweers aanlopen. Heel brutaal vroegen we of hij ook twee cent voor ons had. In het vestzakje van zijn driedelig pak viste hij een stuiver op die hij ons cadeau deed.

De hemel te rijk vloog mijn  zus naar het winkeltje en haalde voor vijf cent het gewenste zakje gemalen drop, met als gevolg: samen delen en vijf minuten likken en smikkelen.  We hadden alleen nog steeds drie centen over.

De rest van de week speurden we uitsluitend de berm af, vonden niets meer en durfden meneer Zweers ook niet meer te vragen.

18-08-2022

 

Rechterland


025 RECHTERLAND bew

Tussen Zwolle en Berkum, voor de velden van Sportpark Vegtlust langs, vinden we de weg met de veel vermoedende straatnaam, Rechterland. De naam blijkt na onderzoek echter niet meer in te houden dan een oude veldnaam.

De straat is er neergelegd ten tijde van de ontwikkeling van het bedrijventerrein “De Vrolijkheid” dat ongeveer ligt tussen de Boerendanserdijk en de Oude Meppelerweg. Jarenlang werd dat gedomineerd door het voetbalveld De Vrolijkheid,  een bedrijfsgebouw van Philips, het Vervoercentrum en niet te vergeten het gebouw van wat men toen noemde de sociale werkplaats Methopa, maar intussen zijn alle vier verdwenen.

Eén van de eerste gebouwen die aan dat Rechterland werden neergezet was een enorm pand voor het RIB. Later heeft in het pand de IND (de Immigratie en Naturalisatiedienst) gezeten en nu is er een deel van de opleidingsgigant Landstede in gevestigd.

In “mijn koffietijd” -- de jaren 1965 tot 1980 -- was het RIB een grote speler op het inkoopterrein van rijksoverheid en daaraan gelieerde instellingen zoals bijvoorbeeld veel  ziekenhuizen. Het heette dan ook het Rijks Inkoop Bureau. Zo hadden ook wij klanten waarvoor wij de rekening naar dat RIB moesten sturen. Dat RIB stak, voor de gemaakte kosten (welke ?)  zo’n tien procent in de zak. Onze klanten kregen de koffie wat goedkoper dus, als leverancier moesten we dat maar incalculeren. De werkelijke vraag is dan ook, wie er beter van werd. Onze klanten niet, wij zeker niet, natuurlijk wel de overheid.

Eigenlijk was het RIB te vergelijken met het huidige Booking.com.  De enige die daar echt aan verdient is Booking.com zelf en de meeste bedrijven die het gebruiken zouden graag van ze af willen. Maar het is intussen zo’n ingegroeid kwaad, dat men niet meer terug kan.

Als betrokkene bij dat inkoopbureau hadden we vooral het gevoel dat er een grote groep mensen “aan het werk gehouden moesten worden.” In dat idee werden we behoorlijk bevestigd toen we een nieuwe man op onze administratie moesten aanstellen.

Hij kwam van dat RIB, en na een week bij ons sprak hij de voor ons legendarische woorden: “Hè hè, eindelijk weer eens echt werken !”

Daarna zeiden we wel eens tegen elkaar: “Op het Rechterland praten ze recht wat krommer dan krom is!”

15-08-2022

 

Friesewal


024 FRIESEWAL bew

De Friesewal vormde samen met de Thorbeckegracht, de ringweg die om de bedrijven liep die op het schiereilandje lagen dat nu het “Kraanbolwerk” heet.  Waarom delen van die Friesewal en Thorbeckegracht omgedoopt moesten worden tot Thorbeckewal is mij nu nog steeds een raadsel.

De Friesewal dankt zijn naam vanuit de historie, toen die plek het vertrekpunt was voor veel schippers richting Friesland. En de plek, zo dicht bij het Zwartewater richting IJsselmeer was daarvoor bij uitstrek geschikt.  Daarbij was de hele buurt een en al bedrijvigheid. Ooit was, op de plek waar ooit onze koffiebranderij stond, een leerlooierij gevestigd. En er was handel in jutezakken, in veevoeder, in verf, in ijzerwaren en in scheepsbenodigdheden en aanverwante zaken.

Toen de scheepvaart terugliep, zochten veel schippers in de vorige eeuw een vaste plek aan de kade van die Friesewal. En ze verbouwden stapje voor stapje hun binnenschip tot woning. Ik vermoed dat zij, net als woonwagenbewoners, het gevoel van kunnen gaan en staan wanneer je maar wilt, niet kwijt willen raken.

Een aantal van hen was, begrijpelijkerwijs van Friese origine. De een deed in lompen en oude metalen, een ander werd scharensliep.  En een heel bekende, van oorsprong ook Friese, schippersfamilie aan de Friesewal was het grote gezin Vermaning met veel ooms en tantes. Een deel ervan is in Zwolle bekend geworden omdat zij op bruiloften en partijen muziek maakten.

Op de begraafplaats Bergklooster ligt intussen een aantal van hen begraven en op meerdere grafstenen is een accordeon afgebeeld. Waardoor nu is in te schatten welke soort muziek door hen gemaakt werd, maar dat terzijde.

Ook hier heeft de tijd veel uitgewist. Zeker na de nieuwbouw op het schiereiland zijn veel schepen verdwenen, hetgeen ook te constateren is op de foto van vandaag. Aan de kade, voor de laatste nieuwbouw, ligt geen enkel binnenschip meer. De schippers voelen zich hier vast niet meer op hun plek en zullen ook niet terugkomen, denk ik.

Eén van de jongens van Vermaning werkte ooit een poosje bij ons in de koffiebranderij. Op 2 januari lag van hem een briefje in de bus. De tekst was als het ware een voorspelling voor wat er nu gebeurd is. Er stond op, handgeschreven: “Alsdat ik niet meer terugkom ! Piet “.  We hebben hem ook nooit weer gezien.

11-08-2022

 

Nieuwe Deventerweg


023 NIEUWE DEVENTERWEG bew

Wie naar Deventer reisde, deed dat via de oude Rijksweg 37. Vroeger liep de weg naar Deventer anders dan nu. De huidige Van Karnebeekstraat vormde het eerste gedeelte –  en heette voor 1945  Deventerstraat –  die over het toenmalige spoor werd voortgezet als de Deventerstraatweg.

Toen 65 jaar eerder, in 1880, het spoor naar Deventer werd verlegd, kwam de overweg bij de Hortensiastraat te liggen. De Nieuwe Deventerweg werd toen als het ware de hoofdstraat van het dorp Ittersum. En waar nu een Kringloopwinkel is gevestigd was ooit een Gamma te vinden.  Een eindje verderop kunnen, sinds 2003, Chinese maaltijden genuttigd worden bij restaurant “Sing Long”.

Dat pand werd in de jaren 1964-’65 voor rekening van J.A.J. Freriks als Hotel-Café-Restaurant “De Rozeboom” gebouwd. Vanwege het toenemende verkeer aan de drukke verkeersweg en de huisvesting van gastarbeiders liet hij er een nieuw pand neerzetten dat een oude boerenherberg verving. Daarvan was – let op de bijzondere naam –  de heer Jansen aan de Haar dertig jaar  eigenaar geweest, waarna Freriks hem opvolgde.  Na verloop van tijd opende die op nummer 46 nog een dependance met extra kamers. Het hotel-café-restaurant werd in 1982 gesloten.

In mijn koffietijd kwam ik er ongeveer elke veertien dagen even omdat, door de “tijdvretende” spoorwegovergang bij de Hortensiastraat, het hotel niet paste in onze reguliere bezorgroutes. Vader, moeder en zoon Freriks waren altijd in hun bedrijf te vinden.  We hadden meer van dat soort horeca-families als klant. Het bedrijf, de gelagkamer, was vaak ook de huiskamer van de familie. Daardoor ontstonden soms  welhaast vriendschappelijke gesprekken. Niet dat de horecasector uitsluitend uit positieve elementen bestaat, integendeel, maar het maakte ons werk wel boeiend.

Veel van dit soort horeca-bedrijven zijn verloren gegaan, vooral doordat er minder gebruik van gemaakt hoefde te worden. Veel vertegenwoordigers en technische mensen die “langs de weg zaten” konden door een beter wegennet en snellere auto’s elke avond makkelijk thuis zijn. Daarnaast heeft de komst van internet ook veel veranderingen in hun werkzaamheden teweeg gebracht.

Trouwens de weg naar Deventer voerde ons zelden naar die stad. Daar hadden en hebben ze sinds 1828 hun eigen koffiebranderij “ten Have”, waar we overigens heel goede  contacten mee hadden.

08-08-2022

 

Da Costastraat


022 DA COSTASTRAAT bew

Het Openluchtbad van Zwolle viert dit jaar dat het al weer 20 jaar bestaat nadat het, in 1991 in verband met sloopplannen, was gekraakt. Die actie leidde tot een heroverweging en sindsdien bestaat het zwembad als een zelfstandige organisatie, gelukkig door de gemeente ook weer financieel gesteund.

Aan de achterzijde van dit bad loopt de Da Costastraat. Een straat die ik eigenlijk mijn hele leven heb gekend. Nooit heb ik me eerder verdiept in de dichter en historicus waar deze straat naar is vernoemd. Wel wist ik van de Da Costaschool – nu gesierd met de naam “Het Mozaiek”-- een lagere school op de hoek van de Assendorperstraat en de Hortensiastraat. Die school had dezelfde serieuze protestantse inslag als mijn eigen lagere school dus, zo zal ik wel gedacht hebben, dat zat wel goed.

Isaäc da Costa leefde in Amsterdam van 1798 – 1860 en was vurig, zo wordt het omschreven, in het belijden van zijn geloof. Eerst als orthodox Jood, later als orthodox Christen. Hetgeen redelijk overeenkomt met mijn idee in de vorige alinea.

Bij de bezetting van het zwembad, waaraan ik heb meegedaan, werd op een gegeven moment de stroom afgesloten. Op de hoek van de Da Costastraat en de Bilderdijkstraat woonde de heer Nijland, vader van één van de badmeesters. Via een kabel hoog over die Da Costastraat “kreeg” het zwembad, vanuit zijn huis, weer snel stroom en konden de nodige elektrische zaken blijven functioneren.

Hoe toevallig is het dan dat Da Costa die Bilderdijk als leermeester heeft gehad.

Voor de rest, zo las ik, was het niet de meest sympathieke man. Gelukkig merk je daar in die straat niets van.

Persoonlijk vind ik het jammer dat de aansluiting van de straat met de Brederostraat, jaren geleden, is veranderd. Er lag een driehoekig betegeld pleintje, waarlangs je aan twee kanten de Brederostraat kon benaderen.  Het aardige van dat pleintje, en ik heb het nooit elders in Zwolle gezien, was dat de randen bestonden uit een paar rijen zwart en witte tegels, in blokmotief gelegd.

Uit veiligheidsoverwegingen zal dat alles verdwenen zijn. Nu staat er een driehoekige haag. Ook mooi, maar of het nodig was? Zo druk is het in die Da Costastraat nooit geweest.

Of Da Costa ooit blij geweest zou zijn met een openluchtbad ? Ik waag het te betwijfelen. Wij gelukkig wel.

04-08-2022

 

Prunuspark


021 PRUNUSPARK bew

Het Prunuspark ligt in Berkum, één van de dorpskernen om Zwolle die sinds 1967 tot de gemeente Zwolle behoren. De oudere Zwollenaar weet dat ze als een ring om Zwolle, als een aparte gemeente, lagen met de mooie naam Gemeente Zwollerkerspel. Die gemeente is opgegaan in die van Zwolle, zodat er groeimogelijkheden ontstonden.

De  Prunus is een boom die tot het rozengeslacht behoort en de enige binding die ikzelf ermee heb, is dat wij als kinderen Algra bij de opening van de nieuwe koffiebranderij in de Marslanden een Prunusboom hebben geplant. Die trouwens door de groei van het bedrijf intussen verdwenen is.

In het Prunuspark woonde een collega van een schoonzus van me. Beiden werkten ze op het kantoor van Shell dat zo ongeveer naast het gelijknamige tankstation aan de Blaloweg stond.  Het kantoor is gesloopt en op het vrijgekomen terrein is Hornbach nu gevestigd.  Dat laatste kon omdat veel van de opslagtanks voor benzine en aanverwante zaken daar ook verdwenen zijn.

Die collega, Albert van Oosten, was een humoristisch man en kon zeer smakelijk verhalen van de werkvloer  vertellen. Bij gelegenheden waar we elkaar troffen, mochten we ook graag dat soort belevenissen uitwisselen. Eén van de verhalen, en ik hoop dat het waar is, zal ik tot mijn dood toe herinneren. Daarom wil IK dat, nu het zo uitkomt, met u delen.

Bij Shell Zwolle, werkte een chauffeur die een bijzondere bijnaam had. “Jan Zeuvenbuis” Het speelde zich af in de tijd dat auto’s en zeker veel vrachtauto’s nog niet standaard een  ingebouwde verwarming voor de chauffeur en eventuele bijrijder hadden.  Vandaar dat die Jan Zeuvenbuis, ‘s winters een paar lange broeken, over elkaar, aantrok waaronder de lange onderbroek, een pyjamabroek en nog zo wat. Vandaar zijn bijnaam.

Op een dag mocht een nieuwe chauffeur, op diens eerste werkdag, mee met Jan als bijrijder. Een dag dat het vroor dat het kraakte. Eén ding was zeker, ondanks het gemis van een kachel was het binnen de wagen beter toeven dan erbuiten. Desondanks moest Jan voor een noodzakelijke  sanitaire stop even naar buiten.

Toen hij weer binnenstapte, vroeg de bijrijder, zo langs z’n neus weg: “En Jan, gelukt ?” waarop Jan de, voor mij dus, onvergetelijke woorden sprak: “ Nee, ik ‘ebbe zeuven keer ‘egrepen en ‘ij isser steeds niet bi’j !”

01-08-2022

 

Vechtstraat


020 VECHTSTRAAT bew

Lang geleden was er op de hoek van de Vechtstraat en de Borneostraat “Slager Thijssen” gevestigd, later overgenomen door “Hommes”. In die Borneostraat was het volgende pand, of beter gezegd pandje, van een familie Soes.

Tot mijn zesde jaar woonde ons ouderlijk gezin in het eerste stukje van de Wipstrikkerallee en daarom was de Vechtstraat een welkome winkelstraat. Zo was er een van de eerste supermarkten met de mooie naam: Pick-Pack, waren er wel drie bakkers, Vos, Van der Stouwe en Nijmeijer. En meubels en aanverwante zaken waren te vinden  bij Rikels- Reichenbach. En er was een, in mijn ogen heel bijzonder boekwinkeltje, gedreven door een kleine man, de heer Van der Linde(n), die altijd in een stofjas in de winkel stond.

Achterin de winkel was een bibliotheek. Je kon er voor een appel en een ei een boek lenen. Het bijzondere daarvan was weer dat de boeken allemaal gekaft waren in krantenpapier. U kunt zich vast voorstellen hoe een boek er naar een jaar uitzag. Misschien vandaar de stofjas ?

Naast de tabakswinkel van Westerman, de fietsenwinkel van Bos, en de loodgieter Kuiper was er, daar waar nu Schoonenberg in een nieuw pand gevestigd is, een “Fourniturenzaak” van Riek Becker. Van een klosje garen, naalden en spelden, linnengoed, onderkleding, handdoeken tot korsetten, het was er allemaal te koop.

Ons moeder was handig met de naaimachine en stuurde ons, ook toen we al verhuisd waren, met regelmaat naar Riek Becker om bijvoorbeeld een rits te halen die ze nodig bleek te hebben. De korsetten hebben ervoor gezorgd dat ik als klein jongetje me er niet prettig voelde, zeker niet tussen allemaal, pratende, en vooral gezette dames.

Terug naar de familie Soes. Daar moesten we vaak, gewapend met een stalen emmer, geschrapte aardappelen gaan halen. Die schrapmachine vond ik een wonder der techniek en ook een beetje griezelig want het afval werd in een open zinkput – in de winkel – weggespoeld.

Eenmaal op de terugweg, een afstand van pakweg 300 meter, meende ik in de praktijk te moeten proberen wat ik eerder had gehoord over middelpuntvliedende kracht. Namelijk, als je een emmer met een beetje water hard rond draait, valt er nooit iets uit. Ik meende dat wel, in plaats van water, met geschrapte aardappelen te kunnen doen. Bij de eerste draai klapte die emmer hard tegen mijn schenen aan.

‘t Heeft mij een behoorlijke poos van dat soort proeven weerhouden. Uiteindelijk won mijn nieuwsgierigheid.

28-07-2022

 

Oude Veerweg


019 OUDE VEERWEG bew

Volgens de door mij geraadpleegde literatuur maakte de Oude Veerweg langs de Willemsvaart in Spoolde, lang geleden gewoon deel uit van de Veerallee die leidde naar het Katerveer. Toen de (Oude) IJsselbrug was gerealiseerd is er in die hoek duidelijk veel veranderd. Met de bouw van die brug werd in 1927 begonnen en toen in 1930 de zaak klaar was, werd het Katerveer stilgelegd.

Aan de Oude Veerweg lag vanaf 1911 het eerste ZAC-stadion en op zondag haalde menigeen een frisse neus door via die weg naar het Katerveer te wandelen. Voor  mìj is de Oude Veerweg al heel lang door ėėn persoon verbonden aan de Wipstrikkerallee. 

Een klasgenoot van me, op de lagere school, die zelfs een jaartje naast me in de bank zat, woonde aan die allee. De jongen, laat ik hem Jan noemen, bezat zelfs een horloge waardoor ik tijdens de schooluren een beetje op de hoogte was van bijvoorbeeld het feit of er al snel speelkwartier zou zijn.

Jan verhuisde, rond 1960, vanzelfsprekend met zijn ouders, naar de Oude Veerweg. Vlakbij de sluis waren daar een aantal vrijstaande woningen gebouwd waarvan zij er eentje betrokken.

Het bijzondere voor mij aan Jan was, niet die toch wel bijzondere huizen, maar er lag een connectie met “Pipo de Clown”. Dat was een kinderserie op televisie die liep van 1958 tot 1980. Met voor de kenners bijvoorbeeld de echtgenote Mammaloe en de cirusartiest/indiaan Klukkluk.

Clown Pipo, was vierentwintig uur per dag clown. Had dus altijd een rode neus, flapschoenen, een hoedje, een wijde broek en altijd hetzelfde geblokte colbertje. En dat geblokte colbertje, zo vertelde Jan mij ooit, was gemaakt in de fabriek van zijn vader.

Of die vader er nou directeur of bedrijfsleider van was, doet niet ter zake. Ik snap wel dat Jan er trots op was.  Zo vertelden wij zelf ook, als ons dat zo uitkwam, dat wij de koffie leverden aan het Catshuis. Dat was trouwens toen Piet de Jong (KVP) minster-president was.

Dat laatste is allang in het vergeetboek bijgeschreven. Ik vermoed dat geen personeelslid van de huidige koffiebranderij dit ooit geweten heeft.

Misschien is Jan zijn  Pipo-verhaal ook allang vergeten, sapperdeflap !

25-07-2022

 

Waterstraat


018 WATERSTRAAT bew

De Waterstraat is in Zwolle te vinden binnen de stadsgrachten en loopt parallel aan de Buitenkant, tussen Rode Torenplein en Vispoortenplas. Nog niet zo heel lang geleden liep die Waterstraat door tot de Diezerstraat, zeg maar tot IJssalon Salute.

Dat tweede stuk is in drieën gedeeld en heet nu Krabbestraat, Aan de Stadsmuur en Pletterstraat.

Ik vind het meestal jammer als oude straatnamen verdwijnen. Mijn indruk is dat die oude namen vaak bij renovaties als “armetierig” woorden beschouwd. Maar,  gelukkig, van deze Waterstraat bestaat nog een deel.

Na een opknapbeurt is het een heel mooi straatje in onze Zwolse binnenstad geworden. Heel lang was het er armoe troef. Op oude foto’s, die op internet makkelijk te vinden zijn, is dat heel goed te zien.

Voor de renovatie was, op de lege plek links op de foto, de werkplaats of zo u wilt, het atelier, van kunstsmid Willem Veltien. Een bijzondere man, geboren in 1945 in Liederholthuis. Hij doet na zijn opleiding tot machinebankwerker plaat- en vuurwerker in Raalte, de opleiding lood- koper- en zinkbewerken in Zwolle.

In 1967/68 volgt hij zijn hart en doet hij in Stuttgart een opleiding klassiek en experimenteel kunstmid en doet hij in 1974/75 indrukken op in Polen en Marokko.

Daarna is hij steeds vrijer geworden in  werk- en leefstijl.

Willem is, zeker in Zwolle, bekend geworden  door de vele uithangborden en wanddecoraties die hij maakte. Maar ook door zijn eigenzinnigheid. Hij was regelmatig even zoek. Op de deur van zijn werkplaats stond dan ook vaak: “De kunstsmid kan soms niet aanwezig zijn” en dan stond er een verwijzing naar een café of naar zijn schip de “Future”.

Of Willems toekomst nog een lange periode heeft gekend is mij, ondanks enig zoekwerk, onbekend gebleven. Willem Veltien was opeens uit de Waterstraat verdwenen alsmede uit het Zwolse stadsbeeld.

Wat ik wel gevonden heb is dat de huidige Luttekestraat en de Bitterstraat ooit ook  Waterstraat hebben geheten. De huidige Waterstraat, de derde dus, had eens de welluidende naam van Pueppensteeg.

Hoe je die naam ook uitspreekt, een betere naam kan ik me in dit geval wèl voorstellen. Hoewel, Willem Veltien zou de oude, denk ik, geweldig gevonden hebben.

21-07-2022

 

Zalkerveerweg


017 ZALKERVEERWEG bew

Vóór de dijkverlegging en -verhoging langs de IJssel ter hoogte van Westenholte, in het kader van “Ruimte voor de rivier”, wandelen mijn Janny en ik er graag en veel. Er lag ter hoogte van  de huisnummers 6 en 8 een parkeerplaatsje en vandaar uit kon je mooie rondjes wandelen. De één wat langer dan de andere.

Toen de dijkklus geklaard was, was het parkeerplaatsje verdwenen en ligt nu een eindje  verder,  opgeschoven richting ‘s Heerenbroek, waardoor het eerdere lange rondje een stuk langer is geworden en is het korte rondje eigenlijk tè kort geworden.

En dan is er boerderij “De Vreugdenhoeve” gekomen. Met zo’n 200 schapen, een winkel waar de schapenkaas etc. gekocht kan worden en een inmiddels grote horecatak met aanverwant een kinderspeelplek. Ooit begon boer Van Assen, in Spoolde z’n schapenboerderij maar die moest, ook vanwege de dijkverlegging, verhuizen. Vandaar.

Maar nu is in mijn visie een groot deel van de rust, die het natuurgebied “De Vreugdenrijkerwaard” – al vijftig jaar beheerd door Natuurmonumenten – zo kenmerkte, door  die hoeve verdwenen. Ik gun een ieder z’n pleziertjes, misschien vat ik het zo het beste samen: Overdaad schaadt.

Ook de natuur is door de genoemde omstandigheden veranderd. En daardoor zullen we niet snel weer meemaken wat ons ooit op een zondagmiddag overkwam. We wandelden er weer eens, net bij de bocht voorbij de huidige Vreugdenhoeve, en een wat oudere dame, kwam ons fietsend tegemoet, stapte af en bekeek de rietstengels die in de sloot en aan de randen daarvan groeiden. Haar groetend passeerden we haar. Even later hoorden we een onbekend geluid achter ons, we keken om en de mevrouw was met fiets en al geheel verdwenen.

We vonden haar weer in de sloot, waar ze met haar fiets, in een poging wat rietstengels te plukken, was in gegleden. Ik had nog op de lippen om tegen haar te zeggen: “Ja mevrouw, in de Joodse traditie is het niet gepast om op sabbat aren te plukken.” Gelukkig kon ik me inhouden en hebben we haar met hulp van toegeschoten buurtbewoners schadevrij uit de sloot  getrokken en thuisgebracht.

Na afloop hebben we er wel even om moeten lachen. Ook niet teveel, want bij leedvermaak geldt ook: Overdaad schaadt.

18-07-2022

 

Mevrouw Stoelstraat


016 MEVROUW STOELSTRAAT bew

In Zwolle-Zuid kwam ik onverwacht de straatnaam “Mevrouw Stoelstraat” tegen. Het woord “mevrouw’ viel me er in op. Waarom zo genoemd? Had ze geen voornaam ?

Het deed mij direct denken aan hoe in mijn ouderlijk huis de steun en toeverlaat van mijn moeder genoemd werd. Dien Knol, die door iedereen “Mevrouw Knol” werd genoemd.

Met “Mevrouw Stoel” wordt Berendina Stoel-Nieuwhof bedoeld die in 1878 wordt geboren  als dochter van steenhouwer Johannes Nieuwhof. Dat was in een huisje aan het Klein Grachtje, de tegenwoordig Burgemeester Drijbersingel. Het was een buurt vol armoede en ellendige woonomstandigheden. Na haar tijd op de armenschool hielp ze waarschijnlijk haar moeder in de huishouding, zeker toen haar vader was overleden. De omstandigheden waaronder de mensen in de volksbuurten moesten leven, zou ze de rest van haar leven niet uit het oog verliezen.

Haar huwelijk, op 19-jarige leeftijd, met Anthonie Stoel moet een keerpunt in haar leven zijn geweest. Anthonie Stoel was rijtuigschilder bij de Centrale Werkplaats van het spoor. Veel medewerkers van dat bedrijf hadden socialistische sympathieën. Dat gold zeker voor Stoel, die lid was van de SDAP, de Sociaal Democratische Arbeiderspartij. Toen in 1908 in verschillende regio's afdelingen werden opgericht van de Sociaal Democratische Vrouwen Club, werd Berendina Stoel voorzitster van de Zwolse afdeling.


In 1919 kreeg zij de beloning voor haar jarenlange inspanningen. Namens de SDAP veroverde Berendina Stoel dat jaar, als eerste vrouw, in Zwolle een raadszetel.

Berendina Stoel nam in 1929 noodgedwongen afscheid van haar werk in de gemeenteraad. Dat jaar kreeg haar man een baan als huismeester in een verzorgingstehuis, met als voorwaarde "dat de huismeester gehuwd was, de kinderen de deur uit moesten zijn en de echtgenote de taak van huismeesteres op zich zou nemen."

Tot haar pensioen in 1941 werkte zij samen met haar man met volle inzet voor dat verzorgingstehuis. In 1952 overleed deze voorvrouw uit de Zwolse vrouwenbeweging. Ze verdient naar mijn idee meer dan een naam van een straat met een dertiental woningen. Ze verdient een erezetel in onze raadzaal. “De Berendina Stoelstoel.”

Trouwens ik heb gezocht en vond nog twee andere straatnamen in Nederland met mevrouw in de naam. Eentje in Hoogvliet, de andere in Den Haag met de opvallende naam ”Mevrouw Dorbeenhof”, die trouwens nooit bestaan heeft. Alleen als een personage in het verhaal “De Familie Stastok” in de “Camera Obscura”.

14-07-2022

 

Brederostraat


015 BREDEROSTRAAT bew

Decennia lang in de vorige eeuw was de Brederostraat een drukke weg middenin een woonwijk. Het was de verbindingsweg tussen de Wipstrikkerallee en de Ceintuurbaan. Die laatste begon bij de Meppelerstraatweg en hield destijds op bij het Openluchtbad.

Vandaar de drukte want het verkeer, afkomstig vanuit Heino en het er achterliggende Salland en Twente, kwam via die Wipstrikkerallee Zwolle binnen.  Het verkeer richting Kampen en het zuiden ging via het centrum verder. Dat naar Meppel en verderop naar het noorden van het land, richting Leeuwarden en Groningen, ging via die Brederostraat.

En dat terwijl het ook gewoon een woonstraat was. Met huizen uit de jaren dertig waaronder huizen gebouwd in opdracht van de dienst IJsselmeerpolders. Trouwens ook met een paar lagere scholen in de nabijheid. En natuurlijk ook met een behoorlijk aantal winkels, zeker in het eerste deel.

Het was er zo druk dat er ook nog al eens aanrijdingen waren, meestal met blikschade. Toch had de familie Broekroelofs die op de hoek van de Brederostraat en de Tesselschadestraat woonde, de verbanddoos behoorlijk paraat staan want daar klapten nogal eens de nodige verkeersdeelnemers op elkaar.

De hoek bij die familie was ook het verste punt, vanaf het station gerekend, waar de stadsbus van Schutte (en loop’n dat dutte!”) kwam. Lijn 1 en 2 gingen daar weer terug richting station.

Vanwege de vele aanrijdingen is dat kruispunt ook heel lang voorzien geweest van  “stopborden”, en was de hele Brederostraat de voorrangsweg.

Na de verandering van de Tesselschadestraat in een zogenoemde “fietsstraat” is die voorrang omgedraaid. Of het een verbetering is, waag ik te betwijfelen.

De straat is vernoemd naar de schrijver Bredero, waarvan zijn lijfspreuk het best bewaard is gebleven en tot ver in de vorige eeuw met regelmaat werd gebruikt: “ ’t Kan verkeren.”  Hij zal wel niet op het drukke verkeer gedoeld hebben.  Anders had hij, gezien de vorige alinea, zonder het te weten, wel een heel ver vooruitziende blik.

11-07-2022

 

Gasthuisdijk


014 GASTHUISDIJK bew

Wat we vroeger in z’n algemeenheid industrieterreinen noemden, zijn nu bedrijfsterreinen met een naam. De Gasthuisdijk ligt daarom tegenwoordig op het terrein de “Voorst”. Die Gasthuisdijk ligt er al heel lang en was ooit de uitvalsweg naar Frankhuis en Kampen. De naam is te danken aan het Buitengasthuis dat tussen 1377 en 1920 aan de weg was gelegen.

In “mijn koffietijd” hadden we meerdere klanten aan die dijk, zoals bijvoorbeeld Houthandel Van Eindhoven en Van Weeghel, het bedrijf dat aanhangers maakte. Zo wist ik ook dat, als je iets meer dan een emmertje, zand nodig had, je bij Van der Kamp moest zijn.  Een meer dan 100 jaar oud bedrijf dat begon als zand- en grindhandel en in de loop der jaren is uitgegroeid naar een groot bedrijf. In Zwolle vooral bekend om de betoncentrale aan diezelfde Gasthuisdijk.

Zo had ik in de jaren tachtig ooit een stoepje, om ons huis, dat wat verzakt was en opnieuw bestraat, dan wel betegeld, moest worden. Een door mij daarvoor gevraagde stratenmaker gaf aan dat hij ongeveer een halve kuub straatzand nodig had, die ik  telefonisch bij Van der Kamp bestelde. Het zou keurig naast ons huis op de straat gestort worden.

Toen ik die dag ‘s avonds thuis kwam zag ik een enorme bult, zéker een hele kubieke meter zand liggen. Toen ik Van der Kamp over het teveel belde, zeiden ze mij: “O, meneer, maakt u zich niet ongerust, u krijgt een nota voor een halve kuub”. De stratenmaker haalde er de volgende dag zijn beetje benodigde zand vanaf en ik bleef met de rest zitten.

Omdat ik twee dagen later op vakantie naar Zeeuws-Vlaanderen ging, leek het mij niet verstandig het zand lang te laten liggen, anders was dat bij m’n terugkomst door de hele straat verspreid. Van een bevriende aannemer kreeg ik toestemming om het zand op een van zijn bouwterreinen te deponeren.

Daarvoor heb ik alles in een aanhanger moet scheppen, het er op die bouwplaats weer uit moeten scheppen en dat in drie ritten. En dat alles voor een gratis verkregen driekwart kuub zand, met, naar ik me heb laten vertellen, een gewicht van ongeveer duizend kilo. Ik ben nog nooit zo moe op vakantie gegaan.

Waarschijnlijk ben ik daarom ook allergisch voor de zin: “Zand erover !” Maar dat kan ook een beroepstic zijn. Daar hebben we het vast nog wel eens over.

07-07-2022

 

Ter Pelkwijkpark


013 TERPELKWIJKPARK bew

Ze reed eind jaren vijftig door de stad, op een brommer, in een lange zwarte leren jas. De wijkverpleegster. We hadden er een aantal van in Zwolle. Ze kwamen aan huis bij mensen die medische verzorging nodig hadden en dat zelf niet konden behappen. Een vriendin van mijn moeder deed dat werk. Hoe die vriendschap is ontstaan, ik heb er nooit naar gevraagd, maar wellicht was de Friese afkomst de parallel met mijn moeder.

Rie Walda, was haar naam, en later reed ze voor haar werk in een Dafje en kon daarmee uitstekend uit de voeten. Ze was een vrouw met humor en kon op smakelijke wijze veel sterke verhalen uit haar verpleegstersmouw schudden.

Aan haar moet ik altijd denken als ik de naam Ter Pelkwijk op Zwolse straatnaamborden zie staan. Een bolwerk “Aan de Ziel” op de plek waar de Grote Aa het centrum in kwam, werd in 1882 vernoemd naar Jan ter Pelkwijk. Hij wordt omschreven als gezagsgetrouw, vrijzinnig religieus en bezeten van onderwijs.

Hij was afkomstig uit Heino en bekleedde veel provinciale en stedelijke ambten. Hij woonde zijn hele leven in een eenvoudige gehuurde bovenwoning in de Diezerstraat. Hij was in de onderwijswereld zeer bekend en werd als een vat vol kennis gezien en was zeer populair. Zo populair dat na zijn dood speciaal voor hem een grafmonument werd opricht.

Rie Walda – ze woonde in een kleine woninkje aan de Ruusbroecstraat –  was bij veel van haar klantjes geliefd. Wij, als kleine kinderen, zagen haar ook graag komen net zoals haar eigen neefjes en nichtjes die door haar –  altijd ongetrouwd en kinderloos gebleven –  op handen werden gedragen. Ze ging later graag met mijn ouders op vakantie naar Ameland als prettig gezelschap voor ons moeder. Ze is een paar jaar geleden overleden en ik weet zeker dat ze geen groot grafmonument wenste.

In een van haar sterke verhalen vertelde ze over die keer dat ze rijdend op haar bromfiets, werd aangehouden door iemand die naar zijn zeggen een adres niet kon vinden. Waar moet u dan zijn, had ze gevraagd. “In het Terpel Kwijkpark”. In gedachten noem ik nog steeds die straat zo en moet altijd met een glimlach aan zuster Walda denken.

04-07-2022

 

Donker Curtiusware


012 DONKER CURTIUSWARE bew

Op wat rechtsgeleerden na, zullen weinig mensen alle Ministers van Justitie kennen die Nederland gehad heeft. Van Dirk Donker Curtius had ik, ik schat, zo’n vijfentwintig jaar geleden nooit bewust gehoord. Tot één van onze zonen een vriendinnetje kreeg dat er woonde.

De straat ligt in Zwolle-zuid, het deel waar alle straatnamen eindigen op “ware”. Ik  heb er even naar moeten zoeken, maar dat woordje ware schijnt te duiden op het bezitsrecht van een marke of een deel ervan. Of het geheel juist is, ik lig er niet wakker van, maar begrijp nu wel waarom er ook een buurt is met “marke-namen”.

Terug naar de naam. Dirk Donker Curtius was maar een half jaar, in 1848, Minister van Justitie. Dat was na het aftreden van Koning Willem I, in 1840,  waarmee hij zelden soepeltjes door één deur ging. Hoewel Donker Curtius toch ook lid was van de “Grondwetscommissie-Thorbecke”, waarvan hij de voorstellen - met steun van de koning- als minister behendig door het overwegend conservatieve parlement loodste.

Hij had er bijvoorbeeld wel grote moeite mee dat Koning Willem I in  de grondwet had laten opnemen dat het verboden was “een nieuw geloof te stichten”. Desondanks was er  in 1834 een afscheiding binnen de Nederlands Hervormde Kerk en ontstonden “de gereformeerden”.

Dat daar later een scala van gereformeerde kerken door ontstaan is, verdient zeker niet de schoonheidsprijs. Wel valt het te betwijfelen of Koning Willem I dat allemaal voorzien had. Ik vermoed het tegendeel.

Nadat de verkering van zoonlief ten einde liep, heb ik in ieder geval, op gisteren na, toen ik de foto maakte, geen stap meer in deze straat gezet.  Ongetwijfeld weet ik nu ook nog niet alles van mijn drie zonen en ik wil het niet weten ook. Ze hebben vast door straten gefietst waar ze meenden dat er leuke meisjes woonden. Waarschijnlijk was daarvan elke straat  wel een verhaaltje waard geweest. Vast ook door het meisje.

Maar het is niet mijn taak het liefdesleven van mijn kinderen uit te venten.

30-06-2022

 

De Genestetstraat


011 DE GENESTETSTRAAT bew

Met mijn zussen behoor ik tot de generatie die ze de babyboomers noemen. Kort na de tweede wereldoorlog geboren dus. Tegenwoordig wordt die term babyboomers, nog wel eens genoemd met een negatieve bijklank. Ik hoef u vast niet te vertellen dat wij als generatiegenoten er zelf niets aan konden doen er toe te behoren.

We groeiden op in een maatschappij die enorm verzuild was. Met verschillende omroepen, vakbonden en kerken, om maar eens wat te noemen. Dat opgroeien was in redelijk serieus gereformeerd synodaal gezin.Ter geruststelling, dat maakte het leven er niet moeilijker op.

Wat ik wèl moest, zeg maar rond 1958, was “lopen met het zendingsbusje”. Elke week, na schooltijd op zaterdagmorgen, moest ik een aantal adressen af om geld op de halen voor de zending. De kerk had predikanten naar Soemba, als zendeling, afgevaardigd om daar het evangelie te brengen.  De opbrengst van dat busje was daarvoor bedoeld.

Mijn “klanten” woonden allemaal in De Genestetstraat. Dertien in getal. Het feit dat je naast een paar dubbeltjes of een kwartje in het busje, van een aantal gevers zelf ook wat kreeg, in de vorm van een toffee, een biscuitje of soms een appel, was een stimulans om dit wekelijkse klusje te blijven doen.

Eens in het kwartaal moesten we het busje laten legen bij twee dames, zussen met de chique achternaam Mokkelencate. Met met dertien klantjes stond ik zelden hoog, in het kort daarop, in de kerkbode gepubliceerde lijstje.

Na twee jaar met het busje lopen mochten we, zo’n 40 collectantjes, op een woensdagmiddag met de beide dames in  een “touringcar” naar het zendingscentrum in Baarn. Het was ons voorgespiegeld als iets heel bijzonders. Later is me zelden een bezoek zo tegenvallen. Een saai dor kantoor met een paar kamers met boeken, foto’s en iets, wat ik toen als  Indonesische prullaria zag. Er kon, zo vertelt me mijn geheugen, ook nog net een glas ranja af.

‘t Was vast goed bedoeld door de dames Mokkelencate, die dit werk jaren gedaan hebben. De zending had hun hart gestolen. Vandaar dat ze altijd vrijgezel zijn gebleven. Nee, dat is flauw, ze verdienen ook nu nog een groot compliment.

Wat nu ook flauw is, maar als kinderen vonden we het héél leuk, de dames hadden bij ons de bijnaam “de mokkapunten”.  Ik vermoed dat daar de oorzaak ligt van het feit dat het tot mijn favoriete gebaksoort hoort.

27-06-2022

 

Wanningstraat


010 WANNINGSTRAAT bew

Gezien het feit dat deze straat in de wijk Holtenbroek ligt, kun je er welhaast vanzelfsprekend vanuit gaan dat degene naar wie deze straat is vernoemd componist moet zijn geweest. Dat bleek ook na een kort bezoekje aan de website Wikipedia. Een website met meestal aardig goed kloppende informatie.

Het gaat om ene Johannes Wanning ergens in 1537 geboren in Kampen en er is niet veel over hem bekend. Ruim dertig jaar van zijn loopbaan was hij kapelmeester van het stedelijk orkest van Danzig, de plaats waar hij ook in 1603 overleed. Er zijn ongeveer honderd werken van zijn hand in druk bewaard, voornamelijk meerstemmige muziek voor gebruik in kerkdiensten.

De Wanningstraat zelf, ken ik al sinds de bouw van Holtenbroek. Ik woonde er zelfs een poosje “om de hoek”. Nu kom ik er met regelmaat omdat  wel heel bijzondere vrienden van ons in een deel van die straat, in de flat “De Wanningstate”, wonen.

Tot 4 januari 2014  woonde in diezelfde state ook een musicus. De in Zwolle vooral van “Zingen onder de Peperbus” en de “Volkskerstzang” bekende organist Meindert de Jong. Meindert had “meer noten op zijn zang” dan dat. Zo is hij dirigent geweest van menig koor in onze regio en was een vakkundig arrangeur en begeleider op orgel of piano. 

Door zijn soms te flamboyante leefstijl werd hij helaas niet altijd op de juiste manier muzikaal beoordeeld. Hij kwam echter altijd, maar dan ook altijd, zijn afspraken na. En dat was ook de reden dat hij tot enkele weken voor zijn overlijden als vakman gevraagd werd. Dat werd ook door Ds. Hans van Ark  in de herdenkingsdienst  typerend benoemd met de woorden:

“Meindert preekte met muziek.”

De drukste dagen van het jaar voor muzikanten, zeker voor hen die aan kerkdiensten meewerken, zijn wel de dagen rond Kerstmis. Natuurlijk het bracht brood op de plank. Ik herinner me een uitspraak van Meindert toen na de jaarwisseling de rust weer wat was terug gekeerd: “ Zo, het Ere zij God komt me de strot uit, nochtans heb ik het geloof behouden.”

23-06-2022

 

Geert Grotestraat


009 GEERT GROOTESTRAAT bew

Ik heb er geen onderzoek naar gedaan maar ik weet welhaast zeker dat er in Zwolle straatnamen zijn die geheid meer dan eens fout gespeld worden. Wat te denken van de Haeckmate of Keucheniusware in Zwolle-Zuid? Oude namen voor straten die in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw bestaan.

Een pietsie oudere straten zijn, ook in Zwolle, de Ruusbroecstraat en de Geert Grootestraat, in de wijk Diezerpoort. Bij de eerste van de twee namen wordt vaak getwijfeld of er achter de letter “c”niet een “k” moet komen. Niet dus. Bij de tweede naam wordt vast vaak vermoed dat die tweede “o” die achternaam te groot maakt.

Wellicht komt het doordat de beide mannen, waarnaar de straten zijn vernoemd, in de veertiende eeuw behoorden tot de mystici. Ik las daar een mooie definitie van die ik u niet wil onthouden: Een mysticus of mystica is iemand die op overweldigende wijze de tegenwoordigheid ervaart van iets dat hem of haar overstijgt en middelen heeft gevonden om over deze ervaring te communiceren.

Geert Groote kwam onlangs nog tweemaal op de televisie voorbij. In het prgramma van “De van Rossems in Deventer” en in de tv-serie “Het Verhaal van Nederland”. Geert correspondeerde wel met Ruusbroec en omgekeerd, grote vrienden waren het echter niet.

De Ruusbroecstraat en de Geert Grootestraat liggen desondanks, in elkaars verlengde.

Ooit stond de Andreaskerk aan de Geert Grootestraat. Jaren geleden is de kerk verbouwd en is nu eigendom van het Leger des Heils. 

In de toenmalige kerk trad mijn jeugdclub destijds op in de bijbehorende “grote zaal” met een voorstelling die op een revue moest lijken. Onderdeel daarvan was het zogenaamde kamperen dat die jeugdclub wel deed.  Op het podium stond een heel klein tweepersoonstentje, waaruit op geheel mystieke wijze, Geert Groote indachtig, zo’n vijfentwintig kinderen van de club opdoken.

Wij, de clubleden, hadden het idee dat het publiek het zou ervaren, zoals geformuleerd in de bovenstaande mysticus-definitie, als iets dat hen zou overstijgen. Terwijl het allemaal toch zo simpel was.  Onder het podium was een kelder en er was een luik waardoor je van het podium in de kelder kon komen en andersom. Het tentje was neergezet boven dat luik. 

Onze ouders hebben nooit verklapt dat ze dat wel hadden gedacht. Anders was het met het mystieke in ons leven vast heel anders gelopen.

20-06-2022

 

Willemsvaart


008 WILLEMSVAART bew

De Willemsvaart is nu vooral een straatnaam. Vroeger was het het kanaal dat vanuit de binnenstad liep, langs de Veerallee en de Oude Veerweg en dat via  de Katerveersluis nu nog uitmondt in de IJssel. Een deel van die Willemsvaart, tussen de keersluis en zo’n 100 meter voorbij de overweg, is eind zestiger jaren gedempt.  Nu ligt daar en aan de zuidkant van de vaart de Nieuwe Veerallee  en heet de parallelweg daarnaast weer Willemsvaart.

Als je op een van de twee scholen aan de Veerallee onderwijs genoot en je kwam per trein of bus aan bij het station van Zwolle, moest je het laatste stukje, via de Westerlaan lopen. Of je kon een kaartje kopen naar het toenmalige Station Veerallee, onderdeel van het lijntje naar Kampen.

Dat laatste was behoorlijk duurder dan het “pontje”. Dat lag ongeveer rechts van waar nu het al weer deels afgebroken grote postsorteercentrum staat, dan wel stond. Daar stonden wat loodsen en er lag een loshaven, voor ondermeer Stork en de Werkplaats van de NS.

Het pontje zette vooral veel scholieren en hun leraren over en op vrijdag ook veel bezoekers aan de Veemarkt. Het pontje zelf is nu nog steeds in gebruik bij het Haersterveer, zij het dat de overkapping van vroeger verdwenen is. Een foto van het originele pontje is ondermeer te vinden op Facebook, als u daar de zoekterm “pontje veerallee” intypt.

De enkele keer dat ik van het pontje gebruik had kunnen maken liep ik liever even om via de loopbrug bij de Keersluisbrug (tegenover Hotel De Vries, nu Restaurant Weekends). Daarmee hield ik de paar centen die het gebruik van het pontje kosten in de zak.  Want wij scholieren hadden in de ochtendpauze maar één grote wens. Dat was een pennywafel kopen bij de VIVO-winkel in de Kon. Wilhelminastraat (nu balletschool Carla Nijland).

Zes morgens in de week hadden we die wens die een dubbeltje per dag kostte. Met zakgeld dat beslist niet meer dan vijftig cent per week bedroeg, was dat niet elke dag mogelijk, laat staan als we ook nog met het pontje gingen.

En nu denkt u, net als ik, vast aan Drs. P.,  en zingt u in gedachten “Heen en weer, heen en weer, heen en weer, heen en weer, (heen en weer).”

16-06-2022

 

De Ruyterplein


007 DE RUYTERPLEIN bew

Mijn vijf zussen en ik hebben allemaal onze kleutertijd en lagere schooltijd doorgebracht, in de Elout van Soeterwoudeschool aan de Wipstrikkerallee. Daar tegenover ligt de zogenoemde “zeeheldenbuurt”, met straten vernoemd naar, bijvoorbeeld, Bontekoe, Piet Hein, Heemskerk en ook naar Michiel de Ruyter.

Dit deel van de wijk bestond voor een groot deel uit wat kleinere woningen, nog een school voor bijzonder lager onderwijs, door ons de BLO-school genoemd, een grote speeltuin “Het Oosten” en vooral veel winkeltjes.

Van bakkerijen en, al dan niet, zelfbedieningswinkels, van groentezaken en slagerijen tot een meubel-en-stoffeerderij, zoals het toen heette.

Ik meen bijna zeker te weten dat er nu nog maar één winkel over is. Het is slagerij W. van Voorst aan de Evertsenstraat. Aan de winkel is duidelijk te zien dat zulke kleine wijkwinkels letterlijk alles uit de kast moeten halen om te kunnen en blijven bestaan.

Michiel, die van de blauwe kiel het het grote wiel, is zelfs tweemaal vernoemd. Er is een De Ruyterstraat en een De Ruyterplein.  Waarom tweemaal is onbekend, misschien was er net één straat teveel. Op één van de hoeken van het plein en de Trompstraat had ene Rinus Hendriks een groentewinkel. Een ‘speciaalzaak” om het zo maar te noemen.

Rinus kocht op de groenteveiling restpartijen op en verkocht ze tegen lage prijzen en met speciaal woordgebruik. Allereerst sprak hij Zwols en verder kon je aan zijn taalgebruik goed opmaken, welke mensen hij wel of niet mocht. Het had, voor mij tot gevolg dat, ik het een genot vond om naar zijn conversaties met klanten te luisteren.

Rinus kocht ook resten van partijen bloemen en planten op. Z‘n winkel was een soort zelfbediening, hij stond achter  de kassa en beantwoordde vragen en gaf ongevraagde adviezen. Een mevrouw in de winkel, staande bij die bloemen en planten, vroeg Rinus, met een ietwat geaffecteerd accent of hij ook hangplanten had. Rinus gaf er voor mij het onvergetelijke antwoord op: “Gef ze maer gien water, giet ze vanzels ‘angen!”

Ik denk dat ik daarna nooit meer uit overtuiging een hangplant heb gekocht.

13-06-2022

 

Prins Bernhardstraat


006 PRINS BERNHARDSTRAAT bew

De straten, komend vanuit het centrum, die aan de rechterkant van de Veerallee liggen hebben voornamelijk namen die met het koninklijk huis te maken hebben.  Vroeger was de hele Veeralleebuurt , je kon wel zeggen, een gerenommeerde buurt. Hoewel, in de minder rijke buurten werd ze ook wel de ”kolde eerpel buurte” genoemd.

Nu waren bijnamen vroeger wellicht  minder kwaad bedoeld dan tegenwoordig. Want die minder rijke wijken werden dan weer “speklappenbuurte” genoemd. ‘t Was maar waar je woonde en wat je gewend was.

Steeds weer, als ik in die buurt moet zijn, verbaas ik me over het feit dat een aantal van  die namen nooit zijn aangepast aan de functie die men had. Zo is er terecht nog steeds een Koningin Wilhelminastraat, een Koningin Sophiastraat en een Prins Hendrikstraat.

Maar er wordt nog steeds gewoond in de Prins Alexanderstraat, de Prinses Juliana- en de Prinses Beatrixstraat. Gemeentelijke zuinigheid zal vast bij eventuele overwegingen meespelen.

Tegen de A28 aan ligt de Prins Bernhardstraat. In die straat woonden een aantal leerkrachten van mijn middelbare school, het Christelijk Lyceum, op de hoek van die Veerallee en de Kamperweg. Ondermeer m’n godsdienstleraar en lerares Nederlands woonden er.

Met de laatste –  juffrouw Schepel zoals ze toen aangesproken werd –  had ik, geloof ik, een haat-liefde-verhouding. Ik ben haar nog steeds dankbaar hoe goed zij mij de spelling en grammatica van onze  mooie Nederlandse taal heeft bijgebracht. Voor mij is het bijvoorbeeld, nog steeds een ijzeren wet dat het woord “aantal” als enkelvoud beschouwd moet worden. Ik leerde van haar dus te zeggen: “Een aantal mensen is..” maar tegenwoordig mag “Een aantal mensen zijn…” ook. Dat er nadelen kleven aan het feit dat “taal” een levend organisme is, moet ik voor lief nemen, ondanks de regels van juffrouw Schepel.

Waar ze naar mijn idee, als lerares, de fout inging was bij het interpreteren van de taal en de achterliggende gedachtes. Haar idee van de bedoeling van een gedicht bijvoorbeeld dat we moesten bestuderen, was welhaast onfeilbaar.  Wilde je een hoog cijfer was het verstandig om een christelijk tintje aan jouw opvatting toe te voegen. Ik had er moeite mee dat ze zo, vanuit haar kijk op de zaak, jouw werk beoordeelde.

Bij het schrijven van dit verhaaltje, ontdekte ik dat “schepel” een oud-Nederlandse inhoudsmaat en soms ook een oppervlaktemaat is. Had ik dat veel eerder geweten, had ik begrepen dat het in haar genen zat, om een ieder op haar terrein de maat te nemen.

09-06-2022

 

Middelweg


005 MIDDELWEG bew

Het vorige verhaaltje, zo had ik bedacht, moest over de Middelweg gaan, maar toen kwam ik de naam “Bollebieste” tegen en werd het wat anders.  Nu dan toch de Middelweg.

Die weg is enorm veranderd in de loop der jaren. “Begonnen als zandpad dat dwars door de wijk Dieze loopt.” Dat schreef ene TH.J. de Vries in 1947 in een “Historische verklaring over de straten der Gemeente Zwolle”.

Oorspronkelijk eindigde de weg in de Bollebieste maar toen Holtenbroek IV klaar was en er plannen waren voor de wijk Aa-landen, werd eind jaren zestig de weg doorgetrokken. In eerste instantie tot waar nu de Waallaan begint.  Nu loopt de weg tot aan de Mastenbroekerbrug en vormt daarmee een verbinding naar de wijk Stadshagen.

In 1980 werd het eerste stukje Middelweg, tussen Thomas à Kempisstraat en Van Wevelinkhovenstraat,  vernoemd naar Bisschop Willebrand, die Zwolle in 1230 stadsrechten verleende. Waarschijnlijk óók omdat er intussen een Rooms Katholieke Kerk was gebouwd.

Het stukje nieuwe Middelweg, aan de noordwest kant van de A28, was direct al bedoeld als doorgaande weg met meerdere rijstroken. Daarom is er ook een parallelweg aangelegd voor het enige rijtje huizen dat dit stukje Middelweg tot op heden kent.

In het laatste huis daarvan woonde dominee Hogenhuis, zeg maar de Holtenbroekse wijkpredikant van een van de gereformeerde kerken aldaar. Dominee Hogenhuis was een prettig mens in de omgang, preekte in begrijpelijke taal en was zeer benaderbaar. Ooit werkte ik mee aan de organisatie van een aantal dagen kamperen voor jongelui uit de wijk. Omdat Hemelvaartsdag binnen die dagen viel werd die dominee gevraagd om daarover iets te vertellen.  Hij deed het met veel plezier.

Dat de kinderen het niet allemaal hadden begrepen, bleek de zondagmorgen vroeg aan het ontbijt al. Een van de kinderen vroeg al zuchtend: “Komt dominee Huizenhoog ook weer ?” Of Hogenhuis die dag nog geweest is, ik ben het kwijt.

Wel weet ik nog dat het rijtje huizen uit vijf blokken van vier woningen bestond. De eerste twee huizen waren na de bouw betrokken door een tandarts. In het eerste was z’n praktijk ondergebracht en in het andere woonde hij. Voor Holtenbroekse begrippen was dat een zeer luxe gegeven. Misschien had, naast het tandarts zijn, ook zijn achternaam ermee te maken. Die luidde “Poen”.

06-06-2022

 

Burgemeester Drijbersingel


004 BURGEMEESTER DRIJBERSINGEL 502 bew

Elke burgemeester die belangrijk is geweest voor Zwolle, verdient een straatnaam. Er kwamen en komen, gezien de bouwplannen, nog genoeg nieuwe straten bij in Zwolle die een burgemeestersnaam verdienen. Ooit heette de bovengenoemde singel “Klein Grachtje” en kreeg later de naam “Zamenhofsingel”. ‘k Vond het altijd al een mooie naam hoewel hij niet paste in de buurt. Toen al werd ook Drijber als kandidaatnaam genoemd maar de gemeente bleef bij Zamenhof.

Waarom begin ik hierover ? Omdat ik het met u over een andere straat wilde hebben en daardoor de term “Bollebieste” tegenkwam. De Bollebieste is een deel van de wijk Dieze. Die buurt ontstond in de jaren 30 in het gebied met de toenmalige naam “Westerenk” als een tuindorp, omdat Zwolle behoefte had aan stadsuitbreiding. De Algemeene Zwolsche Coöperatieve Woningbouwvereniging bouwde er aan de Kastanjestraat in de jaren ‘33-’34 complexen van aaneengesloten bouwblokken in de trant van de Amsterdamse School.

De buurt dankt haar naam aan de 'bolle' (stier) 'biesten' (beesten), de stierenmarkt die er vroeger op de weilanden werd gehouden.

Toch dragen de meeste straten in de buurt  bomennamen (Beukenstraat, Populierenstraat. Wilgenstraat, Iepenstraat, Elzenstraat, Esdoornstraat en Kastanjestraat). Daarom staat de buurt ook bekend als de “bomenbuurt”.

In de Tweede Wereldoorlog, op 15 december 1944, is het zuidelijke deel van de buurt getroffen door bombardementen. Aan de Beukenstraat werden huizen vernield, en er vielen 5 doden. Op de kaalgeslagen plek werden enkele scholen gebouwd en in 1952-1953 werd het GAK-kantoor en in 1974 het Belastingkantoor opgeleverd.

Wellicht had het Klein Grachtje van destijds een toen passender bomennaam moeten krijgen, die recht gedaan zou hebben aan het verdriet dat het bombardement had aangericht. Ik noem maar voor de vuist weg: De Pijnboomsingel, Treurboomsingel of Vredesboomsingel.

Naast het GAK-kantoor en Belastingkantoor werd ook de Baptistenkerk gerealiseerd. Die gezien de straatnaam van destijds de passende naam “De Samenhof” kreeg. Een naam  als bindende factor voor dat niet te vergeten stukje van de wijk.  Maar ook een naam met troostende humor.

02-06-2022

 

Goudsbloemstraat


003 GOUDSBLOEMSTRAAT bew

Als Zwollenaar, geboren in het Wipstrikkwartier, kwam ik zelden, of beter gezegd, nooit in de wijk Assendorp. Dat gebeurde pas toen de Hanekampbrug werd aangelegd. Voor die tijd kon je er via de Weteringbrug komen, door ons Hogebrug genoemd, hetgeen al aangaf dat die als een barrière werd gezien. Of je nam de Schoenkuiperbrug, maar het openen en sluiten voor een voorbijkomend schip, – het is een handbediende draaibrug – nam veel tijd in beslag. Restte een omweg via het centrum van de binnenstad.

Toen die Hanekampbrug er lag, had ik nog niet direct een reden om Assendorp te gaan verkennen. Tot mijn opa, van vaders kant, er ging wonen.

Die opa werd in 1958 op 66-jarige leeftijd weduwnaar en hertrouwde in februari 1960 en ging toen wonen in de Goudsbloemstraat. Deels vooroorlogse en deels na-oorlogse bouw. En ja, toen leerde ik de weg kennen in Assendorp.

Helaas overleed zijn tweede vrouw een kleine zes jaar later en in overleg met familie en huisarts verhuisde hij naar het bejaardencentrum De Nijstadt, destijds gevestigd aan het Bleekerswegje. Opa vond het wonen er niets en ging rap terug naar zijn nog leegstaande huis aan de Goudsbloemstraat.

Hij zocht een huishoudster waarvan de eerste twee snel werden vervangen. Ze bleken meer een dure gezelschapsdame dan huishoudster te willen zijn.

Tot de mevrouw Brouwer binnentrad. Ze werd al heel gauw Tante Truus genoemd. Ze deed haar werk met liefde. Opa was niet haar eerste werkgever, hij werd wel haar laatste. Ze verzorgde hem letterlijk tot zijn dood en overleefde hem verscheidene jaren. Voor de goede orde, zijn dood was niet het gevolg van haar zorg. Integendeel, hij was zonder haar zorg vast eerder overleden.

Opa overleed in het ziekenhuis in juni 1970 en ik was, als enige Zwolse kleinzoon, toevallig alleen met Tante Truus daarbij aanwezig.  Kort voor dat overlijden vroeg opa mij of ik hem naar de notaris wilde brengen. Hij had in zijn testament laten opnemen dat tante Truus, zolang zij dat wilde - al was het tot haar dood - in het huis in de Goudsbloemstraat kon blijven wonen. De erfgenamen dienden voor het onderhoud van het huis zorg te dragen.

Voor sommigen van hen was dat overwacht en moest een kleine teleurstelling worden weggeslikt. Gelukkig werd het tante Truus wel, door hen allen, van harte gegund.

30-05-2022

 

Parkstraat


002 PARKSTRAAT bew

U kent de Westerlaan vast wel, de straat tussen het station van Zwolle en de Veerallee. De straat met het voormalige grote postsorteercentrum, dat nu omgebouwd schijnt te worden tot goede bedrijfsruimtes en appartementen. We zullen het zien en meemaken.

Een zijstraat van die Westerlaan is de Parkstraat, een minder luxe versie van de Parkweg die daar weer om de hoek ligt. Minder luxe, want in de Parkweg zijn de huizen wat groter en hebben uitzicht op “Park Eekhout”. De Parkstraat heeft minder uitzicht want dat wordt gedomineerd door een ander voormalig PTT-gebouw op huisnummer 1, de voormalige Zwolse telefooncentrale.

In die Parkstraat woonden ooit de ouders van het vriendje van een van mijn zussen. Die vader en ik hadden een wat “afstandelijke relatie”. Ooit had ik commentaar op iets dat met zijn werk te maken had en dat is blijkbaar lang blijven prikkelen.

Op een avond, begin jaren zeventig, deed ik dienst bij de Reserve Politie. Daarvan was ik lid geworden, als buitengewoon dienstplichtige, om het verplichte lidmaatschap van de BB (Bescherming Bevolking) te ontlopen.

Bij de Reserve Politie deed (en doet) men nog steeds nuttiger dingen dan wat die BB destijds pretendeerde te doen.

Zo werkten wij die avond mee aan een preventie actie om diefstal uit auto’s te voorkomen. Tussen zeven en negen uur ’s avonds werden ondermeer in die Parkstraat alle auto’s gecontroleerd. En laat ik nou, in vol politie-ornaat, de auto van die “zusterlijke schoonvader” mogen controleren. Alle deuren waren zomaar te openen.

Bij mijn aanbellen om er mededeling van de doen, werd ik door de man niet herkend. Het politieuniform deed hem bepaald niet herinneren aan mijn voorgeschiedenis met hem. Integendeel, hij was mij zeer dankbaar. Ik overhandigde hem nog een foldertje met waarschuwingen, en in mijn herinnering, bedankte hij mij welhaast buigend.

Dat laatste, dat buigen, zal bij mij meer iets van “de wens is de vader van de gedachte” zijn geweest. Toch ik vond het al met al een heel prettige en nuttige avond.

26-05-2022

 

Kuijerhuislaan


001 KUYERHUISLAAN (002) bew

Toen de stad Zwolle (tot 1967) nog werd omringd door de gemeente Zwollerkerspel, wandelden we met enige regelmaat, door de Watersteeg. Wonend in de buurt van het openluchtbad, was dat zeer wel te doen. Even voorbij Urbana in de Wipstrik sloegen we linksaf die Watersteeg in. Links zagen we de Kindertjesweilanden die zo genoemd werden omdat de grond, nu bebouwd met ondermeer het ziekenhuis, eigendom was van het Hervormd Weeshuis van Zwolle. Al snel zag je dan aan je rechterhand de contouren van de ijsbaan HWZ. Die drie  letters staan voor Herfte, Wijthmen en Zalné en is opgericht in 1960.

In een beetje tempo lopend, kwamen we na ongeveer een half uur in Berkum uit en liepen via de Boerendanserdijk terug weer op huis aan. En het moge duidelijk zijn, we wandelden een groot deel van de tijd door Zwollerkerspel. Voor de goede orde: oorspronkelijk liep de Watersteeg van “Landwijk” via “Veldhoek” naar “Kranenburg”.

Het toenmalige gemeentebestuur besloot, voor mij om onnavolgbare redenen, de Watersteeg te hernoemen in deels de Kuyerhuislaan en een deel tot Campherbeeklaan. Of “Watersteeg”, te gewoon voor Berkum werd gevonden, is niet in mijn naslagwerken terug te vinden. Wel vond ik dat deze weg vernoemd is naar het kuerhuys of koerhuis bij de Wipstrik, een wacht- en uitkijkpost met een slagboom en vrij uitzicht over het omringende land.

Er wordt daar nu minder dan vroeger gewandeld, want het is ook vaak een sluiproute voor auto’s die proberen de Ceintuurbaan te omzeilen als ze naar het noorden van het land moeten. Wel is het een zeer populaire fietsroute.

Als we ons, als kinderen, op vrije dagen heel erg verveelden, werden er hardlooprondjes georganiseerd. Eén of twee kinderen moesten dan een horloge hebben of van hun ouders lenen. Dan werd de tijd opgemeten, starten in de straat, via de genoemde Boerendanserdijk, de Watersteeg, dan rechtsaf het Roodhuizerpad op (wij noemden het vanwege de sintels “het zwarte weggetje”) dat uitkwam naast het sportpark tegenover het zwembad. Dan was je zo weer terug in onze straat.

Hoe snel er over gedaan werd, ik weet het echt niet meer. Waarschijnlijk geheel verdrongen omdat ik nooit tot winnaar werd uitgeroepen. U begrijpt het al, dat zwarte weggetje veroorzaakt nog steeds een zwart gat in mijn geheugen.

23-05-2022

 

 

Facebook - Like Zwolle in Beeld

We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.